Limburgse blauwebessentelers kunnen hun percelen niet innetten om te beschermen tegen spreeuwen. Dat hoeven ze niet aan te tonen met een afgewezen vergunning.
Rechtbank Limburg houdt in kort geding de ontheffingen in stand voor het doden van spreeuwen en het vangen en verplaatsen ervan met vangkooien. Ontheffingen zijn in het oogstseizoen 2023 ook gebruikt, maar stichtingen Fauna4Life en Animal Rights dienden daartegen bezwaarschiften in. Ze willen voorkomen dat dit jaar opnieuw van de ontheffing gebruik wordt gemaakt. Na afwijzing van de bezwaren is beroep ingesteld en een voorlopige voorziening aangevraagd. De rechter laat de ontheffingen voor de telers echter in stand.
Landschappelijke effecten van innetting
Kernpunt is of innetten een goed alternatief is. Dan zijn de investeringskosten geen onderdeel van de afweging, maar de landschappelijke effecten van innetting. Het gemeentebestuur liet weten dat innetting niet wenselijk is. Dat is volgens de stichtingen niet genoeg om de ontheffing in stand te houden. Daarvoor zouden de telers een aanvraag voor innetting moeten indienen. Pas als deze is afgewezen, is innetting geen optie, maar de rechter gaat daar niet in mee. Volgens de rechter kun je ook niet spreken van een tijdelijke maatregel, waar soepeler regels voor bestaan. Ook met opgerolde netten is duidelijk sprake van een bouwwerk in het landschap.
Volgens de rechter is aangetoond dat het vangen en verplaatsen van verkenners, het verjagen van zwermen met akoestische en visuele middelen, ondersteund door afschot, de beste oplossing is. Het is afgewogen en effectief, oordeelt de rechter.