Boeren en tuinders konden tot deze week hun definitieve opgave voor steun uit het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) inleveren. De nieuwe richtlijnen maakten dat dit jaar extra ingewikkeld. En toch gingen heel veel telers voor ‘goud’, met de hoogste vergoedingen. Zoveel dat minister Adema op voorhand al laat weten te weinig geld te hebben.
Het ontvangen van steungeld uit het GLB is voor groentetelers nooit echt een makkie geweest en met de nieuwe GLB-richtlijnen komt daar weinig verandering in. Toch is de belangstelling voor de nieuwe GLB-richtlijnen onder telers dit jaar groot. Enerzijds omdat veel maatregelen nu ook wettelijk verplicht zijn en anderzijds omdat er met de zogeheten eco-regelingen extra geld ter beschikking is. Voor 2024 is de basisuitkering € 205 per hectare en € 55 extra voor de eerste 40 hectare. Afhankelijk van extra vergroeningsmaatregelen kunnen telers voor de categorieën brons, zilver of goud tot € 200 per hectare extra innen.
Marktmechanisme
Volgens bloemkoolteler Jan Groot in Andijk (N.-H.) voldoe je al snel aan de basis als je doet wat tegenwoordig wettelijk verplicht is. Veel van deze ‘plichten’ staan in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Denk hierbij aan teeltvrij zones, bufferstroken, rustgewassen en vanggewassen. In andere gevallen, voegt bloemkoolteler Ton Slagter toe, heeft het marktmechanisme hen er toe aangezet. Eisen binnen GlobalGap, PlanetProof, Beter voor Natuur & Boer (Albert Heijn) komen volgens hem vaak overeen. Positief is dat maatregelen die telers zelf al nemen, omdat zij dat verstandig vinden voor grond, gewas en de voortzetting van het bedrijf, nu ook op deze manier inkomsten op kunnen leveren.
Op de RVO-kaart staan percelen, die ik zelf als één perceel zie. Dat vraagt overleg en handmatig intekenen. Anders heb ik vijf keer zoveel werk
Peenteler Bart van Loon
Leerpunt van afgelopen jaar
Een leerpunt van afgelopen jaar is volgens teeltadviseur Iris Huisman van CAV Agrotheek het ruim inzetten op verschillende maatregelen. ‘Heb je gegokt op vroeg rooien en is dat niet gelukt, dan raak je die kwijt. Alleen splitsen van het wel en niet vroeg gerooide deel is nog mogelijk.” Ingezaaide bufferstroken met onvoldoende dekkingsgraad, op het oog minder dan 25%, tellen ook niet mee. Voor het verantwoorden van bijvoorbeeld inzet van biologische bestrijders voeg je facturen bij. Helaas is het systeem niet zo ingericht dat niet-geplande maar wel uitgevoerde maatregelen kunnen worden bijgeschreven.
Geen complete handleiding
Een complete handleiding voor het invullen van de GLB-opgave (indienen met de Gecombineerde Opgave) is er niet. Ondernemers zijn afhankelijk van specialisten. Wel zijn er tools die kiezen en invullen makkelijker maken. Hiervoor stelt Huisman QR-codes beschikbaar. Duidelijk is wel dat allereerst een topografische kaart van het bedrijf en alle percelen met alle watergangen nodig is. Deze is opvraagbaar bij het RVO. Volgens akkerbouwer en peenteler Bart van Loon is het ook weer niet zo simpel. “Op de RVO-kaart staan percelen, die ik zelf als één perceel zie. Dat vraagt overleg en handmatig intekenen. Anders heb ik vijf keer zoveel werk.” Hij en zijn partner Johan Punter hebben als akkerbouwers mee dat ervaring is opgebouwd in het verleden met voorlopers van het huidige GLB. Van Loon: ‘’Nadat ik het tien keer heb gehoord, daalt het wel in. De opgave doe ik grotendeels samen met mijn vrouw. Een adviseur kijkt het na.”
Kalenderlandbouw ongewenst
Zwarte braak is gedurende het groeiseizoen geen optie meer. Volgens Huisman is dat een van de wijzigingen in de tien eisen die gesteld worden aan het ontvangen van een basisbetaling. Dat betekent: inzaaien of gewasresten laten liggen. Jan Groot vraagt hoe hij nog zorgt voor een schone bouwvoor als hij het land moet laten verruigen. “Het is nu te nat om in te zaaien, dus ik moet de gewasresten laten liggen en toestaan dat het verruigt. Ik wil dit er later ook niet onderploegen, want we keren de grond liever niet.” Verder kaart hij aan dat wanneer hij in het voorjaar vegetatie onderwerkt dit ook weer stikstof nodig heeft om te verteren. ‘’Dan moeten we in het vroege voorjaar, zeker bij een koud voorjaar als dit jaar, in een korte teelt als bloemkool extra stikstof bijstrooien.” Het wegstrepen van de zwarte braak, druist volgens de teler in tegen goede landbouwpraktijken. ‘’Ze vergeten daar in Den Haag en Brussel dat we met de natuur werken. We doen al heel veel en hebben weinig zwart liggen, dat zou genoeg moeten zijn.”
Ton Slagter merkt eveneens op dat regels ‘krom’ zijn. ‘’Wij zaaien facelia in, heel goed voor de grond. Maar ook Japanse haver en dat vriest af. Nu weten we niet hoe daar met de nieuwe regels mee wordt omgegaan.”
Eco-regelingen
De te nemen maatregelen voor de vergroeningsbetaling (eco-regelingen) zijn onderverdeeld, in de thema’s: klimaat, bodem, water, landschap en biodiversiteit. Huisman adviseert om zo ruim mogelijk in te zetten. Er komen drie nieuwe premies bij. Dat is als telers gebruikmaken van precisiegewasbescherming, door on-the-go met een camera op de spuit te werken of met taakkaarten. Dit geldt ook voor precisiebemesting en de derde mogelijkheid is het toepassen van fertigatie, bemesting via druppelirrigatie. Verder is er een verruiming in de maatregel weidegang. Voor groene braak (mits 80% bedekking) is de spontane opkomst nu gebonden aan een selectie opkomende kruiden. Verder mag de groenbedekking van 1 januari tot 1 maart met winterharde gewassen niet worden doodgespoten. Een groenbemester die in het najaar wordt ingezaaid en overwintert, kan in twee opeenvolgende jaren meetellen, stelt een oplettende bezoeker vast.
Op weg naar goud
Het behalen van brons is realistisch, mits gedacht wordt aan het blijvend bedekt houden van grond en gewasdiversificatie. Zilver en goud vereisen maatregelen die een meer ecologische en zelfs een landschappelijk aandachtsgebied hebben. Hierbij spelen ook omgevingsfactoren een rol. Een akkerbouwer in de zaal prijst zich gelukkig, omdat zijn land grenst aan de oevers van een waterberging, waardoor hij profiteert van de rietkraag, verder staan er van oudsher groepjes bomen op zijn percelen.
Bloemkoolteler Slagter heeft naar eigen zeggen het voordeel dat op de eigen grond 40 hectare luzerne wordt geteeld. Wat nu een hoofdteelt is in het bouwplan en dat geldt ook voor gras. “We hebben 100 hectare eigen grond en huren 25 hectare van kerken, dat maakt ook de opgave makkelijker, dan als je het met huur- of ruilpercelen moet doen.” Juist daarom ook gaat Jan Groot níét op voor de eco-regelingen. Dat geldt ook voor zijn werkgever P.J. Laan en Zn. “Wij zijn geen boekhouders, dit ga je allemaal niet in kaart krijgen.”
Slagter behaalt het goud mede door de hoeveelheid sloten en het inzaaien van bloeiende akkerranden. Van Loon zat voor goud zelfs ruim boven de norm, maar moet nog schrappen in percelen die toch niet vroeg gerooid zijn. Hij verkreeg de waardes met 2 hectare veldbonen in het bouwplan en mindere hoekjes die in 2022 als voedsel- of vogelakker dienden. ‘’Deze heb ik niet opnieuw ingezaaid, maar opgegeven als groene braak. Ook heb ik relatief kleine perceeltjes van 10 hectare met sloten. De niet-benutte ruimte loopt daardoor op tot 7%, dat is 3% meer dan nodig. Ook die kan ik verwaarden.”
Verplichte bufferstrook
Een bufferstrook, wettelijk verplicht, mag niet worden bemest, en er mag geen bestrijding op worden uitgevoerd. Braak laten liggen, is een optie, spontaan opkomst toelaten of inzaaien mag ook, want beheersing (klepelen en maaien) is toegestaan. Beweiden is toegestaan, maar niet als de bufferstrook wordt ingediend als vergroeningsmaatregel. Bovendien moeten bufferstroken dan gezamenlijk meer dan 4% van het topografisch areaal beslaan en is de breedte van 3 meter en minimaal 80% bedekking een harde eis. Dit geldt ook bij spontane opkomst, maar die optie kan volgens Huisman worden vergeten, want dit betreft vanaf 1 januari de opkomst van een selectie van gewassen, zoals raketblad en tagetes, die helemaal niet spontaan opkomen. Gé van der Vliet, onderzoeker bij CAV/Agrotheek vult aan: Voor wie simpel wil beginnen is 3 meter gras langs de sloot, of gras vermengd met twee soorten klavers, daarna volgt de bloeiende akkerrand.