‘Ingrijpen in toelatingsbeleid middelen landen’

Er is internationale kritiek op uitvoering van EU-beleid, waarin telers sneller over bestrijdingsmiddelen uit andere EU-landen kunnen beschikken.

Toelating van middelen in een land binnen een zone kunnen ook voor andere landen gelden, maar de belofte wordt niet waargemaakt.  Volgens Hans-Dieter Stallknecht van de Duitse Bundesausschuss Obst und Gemüse zijn maatregelen nodig. Stallknecht vindt dat toelatingsinstituten meer moeten samenwerken en standaarden ontwikkelen met de zelfde interpretatie. Alleen zo kan het vertrouwen groeien en nemen landen elkaars toelatingen makkelijker over.

Nederland is met Duitsland en België in de centrale zone ingedeeld. Toelatingsbesluiten in één van deze landen zijn dus belangrijk voor de andere landen in die zone, maar besluiten worden nauwelijks overgenomen. Volgens Raf de Blaiser, directeur van het Vlaamse Kenniscentrum voor Duurzame Tuinbouw, heeft België met het middel Tracer voor andere landen het onderzoek succesvol uitgevoerd, maar bij veel aanvragen lukt dat onvoldoende.

Volgens Peter Verbaas, secretaris van FrugiVenta is de nationale toelatingsprocedure onnodig complex en duur. Hij pleit in de Fruit Logisticabrochure van voedselveiligheidskeurmerk QS voor een wederzijdse erkenning van toelatingsbesluiten.