Doorgaan naar artikel

Ingrid Becks (Ctgb): ‘Strengere beoordeling en meer zorgen omwonenden’

Telers maken zich druk om verdwijnende middelen en rechters leggen beperkingen op aan gebruik van toegelaten middelen. Tegelijk maken burgers zich juist steeds drukker om het ‘gif’ dat gespoten mag worden. Het Ctgb voelt die druk van twee kanten. Vertrekkend directeur Ingrid Becks ziet echter een ijzersterke uitvoeringsorganisatie.

Het eerste groene middel dat begin 2024 via het zogeheten verduurzamingsloket van het Ctgb is aangemeld, is in mei 2024 al toegelaten. Het gaat om een uitbreiding van het middel Serifel – al eerder toegelaten als schimmelbestrijder in de bedekte teelt van onder meer zachtfruit, slasoorten en vruchtgroenten en nu voor nog een aantal kleine toepassingen.

Vertrekkend directeur Ingrid Becks is echter de eerste om te erkennen dat er een gat zit tussen het verdwijnen van chemische middelen en stoffen en de introductie van nieuwe groene middelen. “En of de werking van die nieuwe middelen vergelijkbaar is met de vaak breedwerkende chemische middelen, dat is ook maar de vraag. Maar dat is een vraag aan de industrie, niet aan het Ctgb.”

U krijgt vaker verantwoordelijkheden toegedicht die u helemaal niet heeft?
Vertrekkend Ctgb-secretaris/directeur Ingrid Becks. – Foto: Hans Dijkstra
Vertrekkend Ctgb-secretaris/directeur Ingrid Becks. – Foto: Hans Dijkstra

“Wij zijn een uitvoerder. Wij beoordelen stoffen en middelen langs de kaders die Brussel en Den Haag hebben opgesteld. En dat doen we zo goed dat we in de 21 jaar dat ik hier werk zijn gegroeid van 60 naar 165 medewerkers. Van de aanvragen die zijn gedaan voor de Europese goedkeuring van nieuwe niet-chemische stoffen, is circa 70% bij ons terecht gekomen. Niet omdat wij zo goedkoop zijn of zo makkelijk goedkeuring geven, eerder andersom. Juist omdat wij veel kennis in huis hebben, bijvoorbeeld over micro-organismen, én omdat we kritisch kijken, is een goedkeuring zeer gedegen en betrouwbaar.”

Middelen om de 10 à 15 jaar opnieuw beoordelen

Hoe graag boeren en tuinders ook duidelijkheid en zekerheid hebben, zo’n goedkeuring of toelating is er niet voor de eeuwigheid, aldus de Ctgb-directeur. “Want onze kennis over risico’s voor de gebruikers van middelen en stoffen en voor omwonenden en milieu staat niet stil. Er komen nieuwe onderzoeken beschikbaar, er ontstaan nieuwe inzichten, Europese kaders veranderen. Dus is in de wet opgenomen dat stoffen en middelen om de 10 à 15 jaar opnieuw worden beoordeeld volgens de dan geldende criteria.”

Veranderende kaders zegen en zorg

Dat de toelatingskaders om de zoveel tijd veranderen is tegelijk een zegen en een zorg, ziet Becks. “Aan de ene kant zijn de normen en de beoordelingen de laatste 21 jaar alleen maar scherper en strenger geworden. Aan de andere kant zijn ook de zorgen van burgers alleen maar toegenomen. Dat matcht niet met elkaar. De eisen dan maar verder opschroeven en de onderzoeken waaraan je een middel onderwerpt nog complexer maken, dat maakt het niet per se veiliger en schoner. Neemt niet weg dat het Ctgb op onderdelen pleit voor verdere verbetering van het beoordelingskader. Maar ons werk wordt er wel steeds complexer en moeilijker uitvoerbaar door, en trager en duurder. Ook deze toenemende complexiteit verklaart de groei van het Ctgb de afgelopen decennia.”

Er is ook de nodige kritiek van wetenschappers op het beoordelingskader. Zo zou het effect van middelen op bodemorganismen veel te grofmazig worden beoordeeld.

“We zouden maar vijf bodemorganismen testen, terwijl er heel veel soorten zijn. Ja, dat is zo en dat weten wij ook. Wij kijken als eerste stap naar wat er goed in een lab te onderzoeken is en meer kan zeggen over het effect op andere organismen. Als we effecten zien, moet daar breder vervolgonderzoek op volgen, ook in het veld. Op die manier toetsten we middelen aanvankelijk op hun effect op honingbijen als model voor alle bestuivers. Maar de honingbij bleek helemaal niet zo representatief. Dus passen we, in Europa, die toets aan.”

Ctgb heeft Efsa gevraagd om een beoordelingsmethodiek om te beoordelen of stoffen de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaken

Nederland toonaangevend in onderzoek en praktijk

Nederland is mede zo toonaangevend in Europa omdat hier ook de meest innovatieve boeren, tuinders en toeleverende bedrijven zitten en een heel goede landbouwuniversiteit, stelt Becks. “Daarnaast loopt ook het RIVM voorop, bijvoorbeeld in onderzoek naar het effect op blootstelling aan een cocktail van middelen via onze voeding. Het Ctgb heeft Efsa gevraagd om een beoordelingsmethodiek te ontwikkelen om in de toekomst te kunnen beoordelen of stoffen de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaken. Nu kunnen we dat nog niet.”

“Ook de minister van LNV heeft dit in Europa op de agenda gezet en RIVM opdracht gegeven hier onderzoek naar te doen. Die twee punten, die nu onder meer spelen in de rechtszaken rond de bloembollenvelden, kaart Nederland al actief aan in Europa. De eerste resultaten van het RIVM-onderzoek naar het risico van blootstelling aan meerdere stoffen, de zogenaamde cocktails, via voeding zijn al bekend. Dat blijkt geruststellend nieuws, maar dat krijgt dan op een of andere manier veel minder aandacht in de media.”

De rechters in die zaken over lelievelden in Drenthe en Limburg doen ondertussen tamelijk verstrekkende uitspraken.

“Ja en ze noemen daarbij het voorzorgsbeginsel, wat kort gezegd wordt samengevat als ‘bij twijfel niet doen’. Maar dat geeft wel heel veel gewicht aan wat we niet weten of niet zeker weten. Terwijl we ook heel veel wel weten en veiligheidsfactoren inbouwen in de beoordeling voor de onzekerheden die er zijn. Er worden voortdurend maatregelen genomen op de bedrijven waardoor de blootstelling van de toepasser en omwonenden kleiner wordt. 25 jaar geleden mochten we nog spuiten vanuit vliegtuigen en op open trekkers. Ondertussen zijn er veel betere spuitdoppen zodat er veel minder drift is. Er wordt ook veel preciezer en meer pleksgewijs gespoten. En er is een verbod gekomen op hormoonverstorende stoffen en de voor bijen gevaarlijke neonicotinoïden.”

Ik zie wel dat berichtgeving niet altijd juist is, met veel beeldvorming die onvoldoende aan de feiten is getoetst

Dat we ons dan toch de laatste jaren méér zorgen zijn gaan maken, dat is een kwestie van gekleurde media-aandacht?

“In de bijna tien jaar dat ik directeur en plaatsvervangend-directeur was, is die aandacht in elk geval wel groter geworden. Er zijn veel meer media, ook online nieuwsmedia en sociale media, die sneller en meer nieuws verspreiden. En in de haast schiet hoor en wederhoor er wel eens bij in. Ik zie wel dat berichtgeving niet altijd juist is, met veel beeldvorming die onvoldoende aan de feiten is getoetst.”

Dus aan de ene kant maatschappelijke zorg en aan de andere kant telers die het Ctgb er op aankijken dat knelpunten in hun teelt niet worden opgelost.

“Dit is een mooi voorbeeld van verwachtingen die telers van het Ctgb hebben, maar waar het Ctgb niet van is. Wij beoordelen de middelen en toepassingen die de industrie aanvraagt. De kersen zijn daar het laatste voorbeeld van, en krijgen veel aandacht in de media. Voor het tiende jaar een tijdelijke vrijstelling voor Tracer en Exirel tegen de suzuki fruitvlieg. Het is natuurlijk aan de industrie om met structurele oplossingen van knelpunten te komen. En het is aan de boeren en tuinders en hun organisaties zelf om al hun knelpunten te blijven melden bij de industrie. Er loopt nu overigens wel een aanvraag voor reguliere toelating van Exirel.”

Volgend seizoen dus niet weer dit gedoe?

“Mits de aanvraag aan alle voorwaarden voldoet. Want een toelating is geen vanzelfsprekendheid, 5 à 10% van de aanvragen wijzen wij geheel af en de helft tot driekwart de gebruiksvoorschriften wordt aangescherpt. De suggestie dat Ctgb niet onafhankelijk is omdat de industrie ons betaalt voor ons werk, daar zeg ik altijd maar op: u betaalt het CBR ook voor uw rijexamen, maar dat wil nog niet zeggen dat u dus slaagt.”

5 à 10% van de aanvragen wijzen wij geheel af en de helft tot driekwart de gebruiksvoorschriften wordt aangescherpt

Er hoeft wat u betreft dus niets te veranderen aan de financiering van het Ctgb?

“Als de politiek dat wil, dan kán het natuurlijk. Maar nee, op de manier van nu is een onafhankelijke en kritische beoordeling door het Ctgb goed geborgd. Andere ‘Ctgb’en’ in andere EU-lidstaten zijn soms anders gefinancierd, maar die zijn daardoor niet onafhankelijker. Wij werken allemaal met dezelfde Europees afgesproken regels, we beoordelen dezelfde data van gecertificeerde labs en volgens dezelfde protocollen.”

Tegelijk heeft u er zelf aan getrokken dat het Ctgb transparanter en constructiever meedenkt en meewerkt met dat wat de gebruikers nodig hebben.

“Zeker. We doen bijvoorbeeld het maximale om van het Fonds Kleine Toepassingen een succes te maken. Nederland is hét land van heel veel kleine teeltjes. Zonder dat fonds waar de overheid aan meebetaalt, zouden nieuwe aanvragen om al die afzonderlijke toepassingen toegelaten te krijgen voor de fabrikanten van middelen niet interessant zijn. Te duur. Ook de versnelling van de uitbreiding van laag-risicomiddelen met kleine toepassingen vinden wij belangrijk. Daarvoor hebben we een nagenoeg volledig administratief traject ontwikkeld. En begin dit jaar hebben we het verduurzamingsloket geopend, om groene middelen sneller op de markt te krijgen.”

“Ook naar de burger zijn we zo transparant mogelijk, ook weer heel anders dan 21 jaar geleden. Toen hadden we op onze website bijna alleen maar procedurele informatie voor aanvragers.”

In het Hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie stond niets over gewasbescherming. Wel over stoppen met nationale koppen bovenop Brussels beleid.

“In de beoordeling heeft Nederland nationale koppen als het gaat om water. Wij hebben natuurlijk heel veel water én heel veel boeren en tuinders op een klein oppervlak. Dus is het niet zo vreemd dat je extra scherp let op wat middelgebruik doet met de waterkwaliteit. Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 te kunnen halen kijken de ministeries van I en W en van LNV nu dus nog eens extra naar gebruik, handhaving en toelating van middelen. Dat laatste is onze expertise en daarover hebben we de ministeries geadviseerd. Zij beraden zich nu op verdergaande maatregelen.”

En u beraadt zich nog op de volgende stap in uw carrière?

“Mijn volgende stap? Na ruim 21 jaar met hart en ziel en veel plezier diverse functies bij het Ctgb te hebben vervuld, neem ik na de zomer de tijd om daar over na te gaan denken en dan ga ik zien waar mij dit brengt.”

 

 

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin