De energietransitie in de glastuinbouw gaat niet overal even makkelijk. Vanuit het ministerie van LNV denkt Inge Lardinois, MT-lid Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit, mee over oplossingen. ’Een transitie gaat met vallen en opstaan. Maar ik denk dat het convenant de sector enorm heeft geholpen.’
‘Zijn we nog welkom in Nederland?’, vragen veel glastuinders zich af, vanwege alle maatregelen en kritiek die op hen afkomen. Maar is die vraag wel terecht? Anderhalf jaar geleden heeft de glastuinbouw nog een convenant getekend met drie ministeries om samen de schouders te zetten onder de energietransitie. Reden om aan het Ministerie van LNV te vragen hoe men daar tegen de glastuinbouw aan kijkt. “Met veel waardering”, zegt Inge Lardinois, MT-lid Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit.
“Daar ben ik heel positief over. Ik denk dat het veelzeggend is dat dit de enige sector is waarmee we nu een convenant hebben voor de energietransitie; met drie ministeries, Glastuinbouw Nederland en Greenport Nederland. Ik vind de glastuinbouw een zeer professionele sector. Hij volgt de ontwikkelingen op de voet, zowel in Brussel als in Den Haag. Hij ziet goed wat er op hem afkomt en weet goed de weg te vinden naar ons en inmiddels ook naar de andere departementen.
Ik denk dat het convenant de sector enorm heeft geholpen, bijvoorbeeld om geld uit het Klimaatfonds te krijgen om te verduurzamen. Het mooie aan deze sector vind ik dat hij zelf de ambitie heeft om in 2040 klimaatneutraal te zijn. En dat hij daarover zelf het gesprek zoekt met de overheid. Dan kun je daar ook samen naar toe werken.”
We willen een toekomstbestendige glastuinbouwsector
“We zijn het erover eens dat de glastuinbouw 2040 klimaatneutraal wil zijn. Maar om daar te komen is best een complexe puzzel. Een transitie is geen rechte lijn van A naar B. Dat is zoeken, dat gaat met vallen en opstaan. Soms komt er nieuw beleid uit Brussel of zijn er veranderingen in wet- en regelgeving. Dan moet je daarop acteren en bedenken hoe je daarmee wilt omgaan. Want we willen een toekomstbestendige glastuinbouwsector. Het is niet voor niets een topsector.”
“Ik zie dat anders. Het convenant bouwde voort op het Klimaatakkoord en het Coalitieakkoord van 2022. In het Coalitieakkoord wordt de glastuinbouwsector in een heel positieve zin genoemd. Tegelijkertijd werden twee maatregelen aangekondigd om de fiscale voordelen van de glastuinbouw per 1 januari 2025 af te schaffen. Ik snap heel goed dat de sector daarvan is geschrokken. Dat is ook de reden dat er impactanalyses zijn uitgevoerd. Die lieten zien dat de impact van deze beide maatregelen veel groter was dan in het Coalitieakkoord was geschat.
Toen hebben we samen met EZK en Financiën gekeken hoe we kunnen uitfaseren in een veel lager tempo, en tegelijk het doel van CO2-reductie in het oog houden. Dat kan bijvoorbeeld door energie te besparen. Daar hadden we al een heel mooie regeling voor, de Energiebesparing Glastuinbouw. Afgelopen jaar is er €70 miljoen subsidie aangevraagd uit deze regeling. Vanuit de sector is daar dus enorm veel belangstelling voor.”
“Volgens de glastuinbouw is dat de externe warmtelevering. Daarom hebben we afgelopen jaar daarvoor een aparte regeling opgezet, de SWiG: Subsidie Warmte infrastructuur Glastuinbouw. Daarvoor is €300 miljoen uit het Klimaatfonds beschikbaar gekomen. Dit moet nog door de begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer, maar de sector kan daar nu al voorstellen voor indienen.”
“Deze subsidie is vooral bedoeld voor de aanleg van warmteleidingen vanuit de hoofdleidingen naar de glastuinbouwgebieden. Soms zijn er aftakkingen of koppelingen nodig die de warmte naar de clusters van bedrijven brengen. Waar een onrendabele top is, kunnen we subsidie verlenen met die regeling.”
In de SDE-regeling is zowel subsidie beschikbaar voor opslag onder de zee als voor levering aan de glastuinbouw
“Ja, dat is ook in het convenant benoemd en daarover loopt het gesprek met de sector. Dat is onderdeel van die complexe puzzel die ik al noemde. Voor het halen van de klimaatdoelen moeten we CO2 onder de zee opslaan, maar de glastuinbouw heeft ook CO2 nodig voor de planten. In de SDE-regeling is zowel subsidie beschikbaar voor opslag onder de zee als voor levering aan de glastuinbouw. Het luistert best nauw om de omstandigheden zo te in te richten dat er CO2 naar de tuinbouw gaat. En de partijen die de CO2 kunnen leveren, die moeten het zelf ook willen.”
“Dit is helemaal nieuw, zowel de onderzeese opslag van CO2 als de levering aan de glastuinbouw. Dus dit zijn best spannende trajecten. Gezien vanuit emissiereductie zou het beste zijn als de CO2 die naar de glastuinbouw gaat biogeen is. Uit een pilot van de glastuinbouw en het ministerie van EZK blijkt dat er een administratieve verrekening mogelijk is met CO2 van fossiele oorsprong. Dit moet dan wel door de markt worden opgepakt. We weten echter niet zeker of de markt zo gaat werken.”
“We zijn ons bewust van dit probleem. De CO2-voorziening is een heel belangrijk punt, net als warmte. Er bestaat een subsidiemogelijkheid via de SDE++, en er is ook een markt voor. We blijven dit monitoren en overleggen met de glastuinbouwsector.”
“Het klopt dat netcongestie een probleem is. Tegelijk willen we dat bijvoorbeeld de energie-intensieve teelten die nu nog gas gebruiken, gaan elektrificeren. Het belangrijkste is nu om zuinig te zijn, of het nou gaat om CO2, warmte of elektriciteit. We hebben het goedlopend onderzoeksprogramma Kas als Energiebron, waarin overheid, sector en kennisinstellingen nauw samenwerken. Daarin wordt veel onderzoek gedaan naar energiebesparing met ledbelichting, Het Nieuwe Telen en andere technieken.”
“Het ministerie van EZK heeft de hele energiebehoefte in kaart gebracht. De glastuinbouw is niet de enige sector die wil elektrificeren; de mobiliteit en de industrie willen dat ook. Netcongestie is een probleem en EZK werkt hard aan oplossingen. Maar het kost tijd om infrastructuur aan te leggen. Dat kun je ook niet overal tegelijk doen. En dan zeg ik weer: het is een transitie. Je kunt plannen maken, maar je moet ook continu in de gaten houden hoe het gaat en vervolgens weer bijstellen.”
Tuinders goed moeten nadenken waar ze in de toekomst hun energie vandaan halen en hoe dat hun bedrijfsvoering beïnvloedt.
“Ik begrijp goed dat dit spannend is. Dat is ook de reden dat we dat jaarlijks monitoren en kunnen bijsturen als alternatieven te langzaam beschikbaar komen. Dus die, hoe zal ik dat noemen, die klep om bij te sturen, die is wel ingebouwd, om in infrastructurele termen te blijven. Tegelijk zullen tuinders goed moeten nadenken waar ze in de toekomst hun energie vandaan halen en hoe dat hun bedrijfsvoering beïnvloedt.”
“Dat is een terechte vraag. We zijn natuurlijk wel beducht voor stapeling van maatregelen waardoor de lasten te groot worden. Het voelt bijna een modewoord, maar hier gaan we weer een impactanalyse voor uitvoeren. Het is belangrijk om de effecten hiervan goed in kaart te brengen voordat we besluiten nemen.”
“De analyse wordt in opdracht van LNV gedaan en is toegespitst op de glastuinbouw, akkerbouw, veehouderij en visserij. Deze wordt binnenkort afgerond met het oog op de besluitvorming die dit voorjaar zal plaatsvinden.”
“Ik ben blij met het convenant, want dat geeft langjarig zekerheid. Dat is ook voor de sector belangrijk. Die wil weten waar hij naartoe moet. Ik denk dat het convenant daarvoor een goede basis vormt.”
“De fiscale maatregelen liggen nu in wetgeving vast. Als je de wet zou willen veranderen, zou je een heel nieuw politiek proces moeten ingaan. In de debatten van de afgelopen tijd heb ik geen partij gezien die dat wil. Het is natuurlijk altijd even afwachten wat een nieuwe regering gaat doen. Maar ik denk dat we de eerste ’proof of the pudding’ hebben gezien met de begrotingsbehandeling en het commissiedebat.”
Wij zien een topsector die we toekomstbestendig en rendabel willen laten zijn, ook op de langere termijn
“Er speelt inderdaad een maatschappelijke discussie. Maar vanuit de overheid kijken we daar absoluut niet op die manier naar. Wij zien een topsector die we toekomstbestendig en rendabel willen laten zijn, ook op de langere termijn. Tegelijk zien we ook dat de sector een aantal uitdagingen heeft, zoals het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, de waterkwaliteit en de energievoorziening. Hier zijn nog grote stappen nodig. Voor de energietransitie ligt er een duidelijk plan, en we willen de sector ondersteunen om die doelen te halen.”
“Als overheid sturen wij niet op welk type glastuinbouw we in Nederland willen hebben. We vinden het wel belangrijk dat er gewerkt wordt aan CO2-reductie. Dat gebeurt ook: door de hele glastuinbouw heen zien we innovatieve bedrijven die bijna klimaatneutraal werken.”
“Wij staan er voor open om daar samen met de sector over na te denken. Maar ik kan me voorstellen dat een nieuw kabinet daar ook een visie op zal hebben. Daar moeten we nog op wachten. De sector kan er natuurlijk wel zelf alvast mee aan de slag gaan.”
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/