‘In witlof oppassen voor phytophthora’

Ruiter constateert dat zaden niet of te laat zijn gekiemd en dat jonge planten na de kieming zijn verdroogd. De oorzaak ligt bij de droogte en de aanhoudende noordoosten wind. “Normaal zaai je vanaf begin mei tot de langste dag. Maar begin mei was het veel te nat. Daarna was de aanhoudende noordoosten wind funest. Je weet dat het niet groeit en toch moet je van de kiem zo snel mogelijk een plantje maken.”

Volgens Ruiter is veel beregend, door een van zijn contracttelers wel zes keer. “Ik schat dat we gemiddeld over de percelen 10% of meer oogstverlies hebben aan wortels in de juiste maatvoering.”

Wortels op meerdere plaatsen

C.V. COR heeft 120 hectare witlof (Topscore, Flexine en een beetje Ecrine) uitstaan bij contracttelers in de Noordoostpolder (Flevoland), de Wieringermeer (Noord-Holland) en in het zuidwesten op Flakkee (Zuid-Holland), Schouwen-Duiveland (Zeeland) en nabij Goes (Zeeland).

Ruiter: “Dat is voor risicospreiding, vooral in de oogsttijd. Als je op de ene locatie het land niet op kan, kan dat ergens anders wel. In het zuidwesten zijn ze ook iets vroeger.”

Proeftrekken Flexine

In de trek is Ruiter (in mei) overgegaan op het witlofras Flexine. “In de vroege trek hebben we Topscore. Dan zijn vooral de waarnemingen op het veld leidend voor welke partij we eerst opzetten. Daarna komt Flexine. Dat ras is beter bewaarbaar, maar slijt natuurlijk ook. We doen proeftrekken om te bepalen welke partij we eerder moeten halen.”

Volgens Ruiter komt hier en daar kop-phytophthora op de krans naar voren. “Dat is in sommige partijen latent aanwezig, maar nu kunnen ze er minder goed overheen groeien. Op het land kun je er niets aan doen, daar zijn geen middelen voor. In de trek beperk je de schade met de middelen Paraat, Pergado V of Previcur Energie.

Minder land beschikbaar

Een zorg die constant speelt, is het vinden van goede percelen voor volgend jaar. Bij C.V. COR inventariseren ze wat de mogelijkheden zijn. “Door het GLB (Gemeenschappelijk landbouwbeleid) gaat er land verloren, er gaan stroken af of akkerbouwers kiezen voor iets anders. Daar kampt de hele sector mee.”

Opvoeren productie

In de zomervakantie waarin de consumptie minder is en er minder personeel is, doet Ruiter het rustig aan. “Van december tot mei is het goed geweest, ook door wat schaarste in wortels. Na de vakantie voeren we de productie weer op. De bewaarbaarheid van de oogst van vorig jaar is goed, die hebben op hat land veel zonuren gehad. December gaan we er wel mee halen.”

Auteur: Marga van der Meer