“Ons doel is om elke week vier vruchten per plant aan te houden, zodat we een productie van negen komkommers per week hebben”, zegt Mark Zwinkels van Bryte-locatie Greenlight in ‘s-Gravenzande.
“De eerste teelt is goed geëindigd, maar het was niet zo’n goed eindschot als we vorig jaar hebben gezien. We lopen 10-15% achter in productie.”
De teeltwisseling heeft in tweeën plaatsgevonden. De eerste helft is op 12 juni opnieuw geplant; de andere helft op 24 juni. Het ras is Lausanne. Een week na het planten bloeiden ze voor het eerst. 12-14 dagen na de bloei oogste de teler voor het eerst. Sinds week 29 is de hele kas weer in productie.
“We hadden de eerste vrucht op het vijfde oksel laten zitten. Tot de eerste oogst hebben we drie keer een setje aangehouden om voldoende plantbelasting te krijgen, zodat de plant goed in balans kwam.”
Open en voldoende sterk gewas
Het gewas is voldoende sterk, maar niet overdreven. “Dit komt omdat we best wel wisselend weer hebben gehad. De warme dagen en nachten met hoge etmaaltemperaturen maken het gewas er ook niet sterker op. De snelheid zit er wel in. Het gewas is voldoende open. Onderin grote bladeren vanuit de start, maar bovenin normale bladeren. Het bladvolume is voldoende voor de tijd van het jaar.”
De wortels zien er mooi uit. Door een goed wortelgestel heeft de teler in week 27 en 28 wel veel last van ‘snotvruchten’ gehad. “Het goede wortelgestel drukt de komkommer kapot en worden dan aangetast door Mycosphaerella. Hierdoor hebben we wat problemen met de kwaliteit. Hoewel dat minder dan 5% van de productie is, is het toch te veel geweest.”
CABY-virus duikt weer op
In het gewas komt hier en daar wit voor. Er vindt een wekelijkse bespuiting tegen echte meeldauw plaats. In blokken van twee weken wordt de hele kas met Abir gespoten, afgewisseld met Topaz.
Net als in de eerste teelt is er in de tweede teelt ook weer CABY-virus opgedoken. Aangetaste planten zijn direct verwijderd. Wekelijks vindt er een bespuiting met Inter Peki tegen luis plaats. Tegen luis is één keer de sluipwesp Aphidius ervi uitgezet. “Als we last blijven houden van het CABY-virus moeten we er toch over gaan denken om de luchtramen af te gazen.”
In week 29 is er tegen luis ook met Verimark gedruppeld. Dit helpt tevens tegen de rupsen. Wekelijks wordt ook met een BT-middel tegen rupsen gespoten.
Spint uit de eerste teelt
Bij de start van de tweede teelt is er veel spintaantasting geweest, die uit de eerste teelt is overgebleven. Deze hebben ze bestreden met Cantack en Scelta. Wekelijk zijn er 40 flesje met de roofmijt Phytoseiulus persimilis uitgestrooid in het gewas. “We hebben een goede populatie hiervan in het gewas. Er is een biologisch evenwicht. De spintbestrijding ziet er dus goed uit.” Iedere week strooit de scout nog 20 flesjes met de roofmijt Phytoseiulus persimilis uit in de koppen van de plant, waar spint wordt gesignaleerd.
“Momenteel worden veel middelen gespoten. Dat brengt behoorlijk hoge kosten met zich mee en dan verliezen we ook nog eens productie van de aangetaste planten die we verwijderen. Nu al zijn er 500 planten weg.”
Auteur: Harry Stijger