Half april start het courgetteseizoen weer voor John Reijnders in Castenray. “Op het perceel voor de vroege planting heb ik in februari kalk gezaaid en rond 10 maart gips gereden om de hoeveelheid calcium aan te vullen.”
Kort voor het planten volgt het ploegen van de grond geploegd. “Tegelijkertijd trekken we dan de bedden en leggen we de biologisch afbreekbare folie”, aldus Reijnders in de week voor Pasen. Vorig jaar stonden op het betreffende perceel ook courgette.
Zaden leggen
Rond 5 april gaat Reijnders de eerste planten zaaien bij een plantenkweker. “We leggen het zaad in 4-centimeter perspotten en dekken de potjes af met een beetje potgrond tegen het uitdrogen. De plantenkweker zorgt voor de perspotten en voor het stapelen en uitzetten.”
Virus is het probleem
De rassen zijn Tosca, Dunja en Cassiopée; daarnaast op kleine schaal twee nieuwere rassen van Hazera: Opera en Aloha. “Tosca is gemakkelijk te telen en te oogsten en het ras is productief. Het enige nadeel is de gevoeligheid voor virus en dat kost kwaliteit. Daar kun je soms in de vroege teelt al mee te maken krijgen. Dat gebeurt niet vaak, maar daarom zet ik toch niet al mijn kaarten op Tosca. Opera en Aloha heb ik al twee seizoen op kleine schaal geteeld, maar ik ben nog niet helemaal overtuigd van de betrouwbaarheid van die rassen. Ik wil daar nog wat meer ervaring mee opdoen, onder verschillende weersomstandigheden.”
Vliesdoek en folie
Er komen achtduizend planten per hectare. Een deel wordt onder vliesdoek gelegd en een gedeelte onder geperforeerde folie. Die folie beslaat tien rijen en ter ondersteuning staan in iedere rij beugels. Als de planten gaan bloeien gaat de bedekking eraf en worden hommels ingezet voor de bestuiving van de bloemen voor een goede vruchtzetting.