“Het gewas heeft met dat donkere weer wel een tik gekregen. De kop is dunner geworden en hier en daar mist de tros een tomaatje”, zei Pieter Geerts van Meer Fresh Products in Meer halverwege vorige week.
“De nachten waren te warm. Het terugkoelen naar 14 graden is niet gelukt. Dat wordt straks goed opletten bij het snoeien.” De overgang naar het warme weer was dus wel groot. “Het wordt een kwestie van zo koel mogelijk telen met de ramen wijd open.”
In de belichte teelt (ras Diamantino) bloeide vorige week ongeveer de 34-ste tros. “Rond half augustus gaat de kop eruit dus er komen er nog vier bij. Dan halen we dus netjes het geplande aantal trossen.” De productie valt hoger uit dan tevoren was berekend. “In zo’n eerste jaar met belichting ben je toch voorzichtiger in je prognoses.”
Rest op 5 gesnoeid
Vanwege de dunnere gewasstand is Geerts vorige week weer op 5 gaan snoeien. Acht weken eerder had hij dat ook al gedaan. “Er kwamen toen te veel trossen met groene puntvruchten. Dat is toch wel het moeilijke van Diamantino. Als je te krachtig teelt dan krijg je snel bonkvruchten. Teel je te snel dan wordt de trospunt te zwak.” De eerder op 5 gesnoeide trossen worden nu geoogst. “Die zijn prachtig door gekleurd en zien er schitterend uit.” Geerts verwacht dat de rest van de trossen ook op 5 gesnoeid zullen worden. “Ik verwacht niet dat het gewas nu nog te sterk zal komen staan.”
Het leek even al najaar
Het gewas telt zo’n 15 bladeren per stengel. Het is de laatste weken bovenin wel wat voller geworden. “Maar met dat hete weer op komst zie ik het niet zitten om een blaadje uit de kop te halen. Desnoods haal ik dat blad er straks halverwege uit.”
De klimaatinstellingen zijn eenvoudig. “Die staan dag en nacht op 14 graden, maar dat halen we zelden. In de nanacht komt er wel een minimumbuis bij van 35 tot 40 graden die er overdag weer uitgaat op vocht en licht.” Het water geven is sterk lichtafhankelijk. Na 90 Joules geeft hij de eerste beurt van de dag. Tot 11 uur wordt vervolgens bij iedere 85 Joules een beurt van 300 milliliter per vierkante meter gegeven. Vervolgens wordt dat tot 15 uur bij iedere 50 Joules een beurt van 200 milliliter en aan het eind van de dag 150 milliliter per vierkante meter. Geerts haalt zo een drainpercentage van 40 procent en laat de steenwolmatten ’s nachts ongeveer 10 procent interen. “Het water geven stopt uiterlijk om 18.30 uur, maar op donkere dagen was dat soms al om 14 uur. In week 28 leek het al najaar.”
Veel profijt van gele linten
Het gewas is bijzonder gezond gebleven. “We komen geen Botrytis tegen. Er zijn geen spint en rupsen, je ziet maar een enkele wittevlieg en veel Macrolophus.” De gele vanglinten heeft hij onlangs weggehaald. “Die begonnen te breken. Ze zijn kennelijk niet bestand tegen de zon en de uv van de belichtingslampen. Maar we hebben er veel profijt van gehad.” In de onbelichte teelt hangt hij nu ook stroken op plekken waar de wittevliegdruk toeneemt. “Ik snap niet dat we ze in Nederland en België niet eerder zijn gaan ophangen. Dat had heel wat bestrijdingsmiddelen gescheeld.”