Doorgaan naar artikel

‘Ietsje dunnere witlofwortel, maar dik tevreden’

Begin november startte Robert Raijmakers uit het Brabantse Helmond met het rooien van zijn witlofwortels in de Noordoostpolder. “Normaal beginnen we in de tweede week van oktober en hebben we tweede week november alles binnen. Om de wortels nog te laten uitdikken zijn we dit jaar pas begin november met rooien begonnen.”

De periode van rooien omvatte even goed vier weken. “Ik kijk het even na, ja, inderdaad, op 5 december hebben we de laatste gerooid.” Het doel van uitdikken werd bereikt. “Ik denk dat ze dit jaar wel ietsjes dunner zijn dan we gewend zijn, maar ik ben er ‘dik’ tevreden over. Het voordeel voor ons is dat we al onze wortels in de polder hebben staan waar beregend kan worden. Op percelen in regio’s waar dat niet kon, zijn de wortels echt wel dunner gebleven.” Achteraf gezien was het ook niet verkeerd dat ze op 5 december binnen zaten. “De week erna is het flink gaan vriezen, zolang had het zeker niet meer mogen duren.”

Praktische problemen

Toch leverde het verloop van de rooiperiode wel praktische problemen op. “Een vroege partij hebben we als een van de langste op het veld laten staan om ze maximaal te laten uitdikken. Die hebben we dus later gerooid dan partijen die we in de trek pas later gaan gebruiken. Dat betekent dat je de koelcel met vroege wortels niet in één keer en voor de voet kunt vol rijden. Dat is lastig en je kunt ook pas later beginnen met het echte inkoelen, anders rij je over een bevroren vloer.” In tussentijd werden de kuubkisten afgedekt met plastic tegen het uitdrogen.

Wortelinhoud

Ook over de inhoud van de wortels toont Raijmakers zich half januari tevreden. “Wij kijken naar het drogestofgehalte en naar de stikstof. Qua droge stof zitten ze gemiddeld genomen ietsje hoger dan vorig jaar; qua stikstof echt hoger. Als ik kijk naar de wortels die we nu in de trek hebben staan, denk ik ook wel dat de wortels dit jaar toch wat rijper zijn. Je ziet nu al een sprantje her en der.”

Prijzen structureel omhoog

Het vroegste ras Bequine heeft Raijmakers er half januari inmiddels doorheen. “Die hebben we vanaf opzetten in de derde week van november gehad tot deze week. We zaten op 60 tot 65 kilo van een standaardbak met vrijwel alleen maar Flandriakwaliteit voor BelOrta. Zeker met de huidige prijsvorming is dat leuk witlof trekken. Natuurlijk hebben we het ook hard nodig, want de afgelopen tijd is het natuurlijk lang niet altijd florissant geweest met soms prijzen van 25 cent. Daar moet dan geld bij, maar ja je kunt niet zeggen we stoppen even, want je hebt je product al staan en je mensen zijn er ook. Maar al met al, hebben wij met witlof toch wel onze boterham kunnen verdienen. Naar de toekomst gekeken zal, gezien de fors toegenomen kosten, de prijs van witlof wel structureel omhoog moeten.”

Rassen en trekregime

Het te oogsten ras vanaf week 4 wordt Topscore in het gebruikelijk trekregime. “We starten op 17 graden en bouwen af naar 16 graden watertemperatuur. De luchttemperatuur zit daar zo’n anderhalve graad onder. Bemesten doen we vanuit een A- en een B-bak, in het startschema zit meer stikstof en vanaf de 13e dag gaan we naar een schema met meer kalium voor de kwaliteit en de houdbaarheid. Dat werkt goed, dus er is geen reden om dat nu anders te gaan doen.” De oogst van Topscore loopt tot in april, dan volgen nog Flexine en Vintor.

Auteur: Stan Verstegen

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin