‘Iets generatievere aubergines zonder folie’

Opnieuw heeft Boekestijn gekozen voor Beyoncé, maar ditmaal op onderstam Kardia. “Kardia heeft net een wat generatievere inslag dan Maxifort, die we afgelopen seizoen hadden”, zegt hij. Bovendien heeft de geeft net wat meer groeikracht dan Emperador, die we daarvoor een jaar gebruikten.”

Enkel schermdoek

Vorig jaar paste Boekestijn nog een vast folie toe, dit teeltseizoen niet meer. “Dat hoeft niet meer energie te gaan kosten. In het begin kost het iets meer, maar later hoeft er waarschijnlijk minder energie in. Je zet een iets generatiever gewas neer dan onder een folie, waardoor je later minder energie nodig hebt om de plant weer om te zetten van vegetatief naar generatief.”

De stand van het gewas geeft aan dat het scherm openen tussen 11.00 en 15.00 uur een goede instelling zou zijn. “Als het kouder wordt met dit donkere weer, gaan we die tijden ook wel aanhouden. Maar vanwege de nu zachte weersomstandigheden gaat het al een uurtje eerder open, en loopt het een uur later dicht, om voldoende plantactiviteit te houden. Je moet toch ook alle joules pakken die je dan nog aangeboden krijgt op zo’n dag.”

Donker weer

Er worden etmaaltemperaturen van rond 21,5 graden aangehouden. “Gedurende de eerste weken ben je nog bezig met de opkweek van de planten. Maar het worden niet meer de etmalen van 23 graden die je onder een vast folie gewend was.”

Boekestijn heeft zijn planten 4 dagen eerder laten zaaien, om wat van het snelheidsverschil op te vangen dat is ontstaan door het ontbreken van een vast foliescherm. “Maar door de traagheid in deze donkere decembermaand staat er nu toch een plant die even ver is als vorig jaar op hetzelfde tijdstip. Die voorsprong zijn we nu helemaal kwijt.”

De plant zelf staat er goed bij tussen kerst en nieuwjaar. Daarover is Boekestijn tevreden. “Er staat een hele mooie plant, met mooi blad en een goede kleur, en wortels die er goed uitkomen. Je ziet de splitsing er nu doorkomen. En de knopjes komen er goed uit.”

Aubergine-bloemknop – Foto: Peter Boekestijn

Inwortelen

Watergeven gebeurt de eerste 10 dagen van de teelt standaard met drie druppelbeurten per dag van 50 cc per beurt. “Dat is puur voor het inwortelen, voor het makkelijk in de mat laten groeien van de wortels.” Dat gaat door totdat de wortelpunten er aan de zijkant goed uitkomen. En die kleine beurten, met een tussentijd van 1,5 uur, geven het water de gelegenheid om even iets op te warmen. “Anders zou je ineens een plons geven van 7 tot 8 graden, waarmee het uit het gietwaterbassin komt.”

Inmiddels is hij weer bezig met interen. Het matwatergehalte zit nu op 85%. Het is de bedoeling dat dit rond 10 januari, bij de eerste bloei, rond 65 tot 70% uitkomt. “Je wilt de wortels nu stimuleren om meer te gaan zoeken.”

Iets lagere EC

Er wordt 3 EC aan voeding meegegeven. “We zijn bewust iets lager in de EC gaan zitten dan toen we nog onder folie teelden. Je moet net andersom gaan denken. Onder een folie moest je het de plant iets moeilijker maken om niet te veel gewasgroei te krijgen, nu moet je de plant juist de gelegenheid geven om z’n water iets makkelijker op te nemen.”

Swirskii in opkweek

Twee dagen voor thuiskomst is er bij de plantenkweker al swirskki ingezet. Er zijn tijdens de opkweek 25 potten van 50.000 swirskii’s over de planten heen geblazen. Boekestijn: “Met de voorlichter hebben we 5 tot 6 dagen na planten gescout. Op 80% van de planten kwamen we swirskii tegen. Die hebben ook wat te eten. Ik heb al wat grastrips gesignaleerd.”

Vanwege de goede basis met de roofmijten volstaat een halve dosering bij het op de eigen tuin uitzetten van swirskii als opvolging. Dat gaat gebeuren in de tweede week van het nieuwe jaar. “In de eerste week van januari zetten we alle personeel eerst in om de planten vast te zetten.” Net voor de jaarwisseling, met een beperkte personeelsbezetting, worden al de touwtjes opgehangen.

Larven uitzetten bij gevels

Aan overige plagen zijn al weer een paar luizen gevonden. “Dus hebben we galmuglarven en ervi’s uitgezet rondom de gevels”, zegt Boekestijn. Wittevlieg is nog niet waargenomen. “Daar zijn we gelukkig nog schoon van. Je bent er toch altijd een beetje bang voor. We hebben voorheen wittevlieg ook wel eens vroeg gehad. Toen zijn we er tot april flink mee bezig geweest voordat de Macrolophus het onder controle had. Dan werkt dit toch een stuk relaxter.”

Auteur: Peter Visser