In Nederland kennen we de Herenboeren: coöperatieve boerderijen waarvan burgers samen eigenaar zijn en die hen van groenten, fruit, aardappelen, eieren en vlees voorzien. In Ierland zette ecodorp Cloughjordan een eigen gemeenschapsboerderij op die de dorpsbewoners voorziet van groenten en kruiden.
In het ecodorp, in het midden van Ierland, zijn ook de RED Gardens te vinden. Initiatiefnemer Bruce Darrell vroeg zich af wat de beste manier is om voedsel te kweken. De vraag komt voort uit zijn overtuiging dat het essentieel is voor mensen om hun eigen voedsel te verbouwen om de klimaatcrisis het hoofd te bieden. Hij somt de voordelen op: het verbetert de gezondheid, de kwaliteit van voedsel, de biodiversiteit, mentale gezondheid en het vermindert voedselkilometers, afval, emissies en afhankelijkheid van logistieke systemen.
Om zijn hoofdvraag te beantwoorden zette de van oorsprong Canadees zes tuinen van 100 vierkante meter op met elk een ander grondbeginsel. Elke tuin is groot genoeg om een gezin te voeden.
De 6 verschillende grondbeginselen
1) Niet spitten – Telkens compost toevoegen dat zich langzaam vermengt met de grond.
2) Intensief – Zo hoog mogelijke productie wat in de praktijk neerkomt op veel spitten.
3) Uitgebreid – Nadruk op hoogste voedingswaarde in groenten onder andere door veel ruimte voor de planten, en via testen de bodemkwaliteit en mineralen optimaal houden.
4) Polycultuur – Integratie in plaats van segregatie. Dat gaat nog een stap verder dan strokenteelt. Hierbij worden zoveel mogelijk gewassen door elkaar geplant zodat gewasziektes afnemen.
5) Simpel – Voor mensen die weinig tijd hebben: hoe kan je een tuin hebben waar je zo weinig mogelijk werk in hoeft te doen?
6) Kas – het groeiseizoen verlengen in een microklimaat.
Het stelt Bruce Darrell in staat om te vergelijken welke methode het beste werkt. Hij ziet dat elke tuin voor- en nadelen heeft en dat je met elke methode goed voedsel kan produceren. De vraag is volgens hem niet: welke methode is het beste, maar welke methode is het beste voor jou? En het antwoord heeft te maken met je persoonlijke omstandigheden, het klimaat, en het doel van je tuin.
Tekst gaat door onder de foto
YouTube-kanaal financiert de tuin
Hij deelt zijn ervaringen en conclusies met bezoekers van het ecodorp en op zijn YouTube-kanaal dat 108.000 volgers heeft en dat grotendeels zijn tuin financiert. Een kleiner deel van zijn inkomsten komt binnen via de koelkast in het dorp waar hij zijn producten aanbiedt. Klanten kunnen zelf bepalen wat ze voor zijn groenten betalen.
Ruim 40 gewassen
Een van de telers die gewassen verbouwt in de tuin, is Pat Malone. Hij teelde twaalf jaar lang als commercieel teler sla en lente-uien. Samen met boer Torben Marl en zes Europese vrijwilligers kweekt hij daar nu ruim 40 gewassen voor de bewoners van het dorp. Ze telen aardappelen, uien, rode bieten, wortelen, tomaten, komkommers. En op kleinere schaal onder meer pompoenen, courgettes, snijbonen, kool, bloemkool, broccoli en verschillende kruiden zoals basilicum en peterselie.
De biologische boerderij telt 2,5 hectare en is eigendom van haar 70 leden, ongeveer 40 huishoudens. Die komen voor twee derde uit het ecodorp en voor een derde uit het oorspronkelijke dorp waar het ecodorp tegenaan gebouwd is. De focus ligt op zoveel mogelijk kwalitatief goed voedsel produceren voor de leden, de grondkwaliteit verbeteren en een Ierse zadenbank opbouwen. Ze werken samen met Irish Seed Savers. Dat is een initatief om (zeldzame) groente- en fruitrassen te selecteren en de varianten te bewaren die goed gedijen in het Ierse klimaat.
Het groentezaad dat ze op Cloughjordan gebruiken komt ook zoveel mogelijk van het eigen bedrijf. Een van de meest succesvolle eigen zaden van de boerderij is de Clough Onion, een eigen kruising van diverse uienrassen.
Tekst gaat door onder de foto
Eeuwenoude beproefde landbouwmethoden
De biologische boerderij grijpt terug op eeuwenoude beproefde methoden als het land braak laten liggen, rotatie van gewassen, het gebruik van groenbemesters, zo weinig mogelijk ploegen en geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest.
Een team van twee boeren en zes vrijwilligers oogst twee keer per week en brengt de opbrengst naar het ‘coach house’ aan het begin van het dorp. Vroeger besteedde Pat Malone een derde van zijn tijd aan het verpakken van zijn groenten. Die hoofdpijn is voorbij. Nu wordt de oogst in groene kratten aan de leden aangeboden. Iedereen kan pakken wat hij nodig heeft.
De leden zijn er zelf verantwoordelijk voor dat niemand wat tekort komt. Maar deze maand is dat niet nodig, het is de tijd van overvloed. Tomaten, komkommers, paarse en groene basilicum, courgettes, aardappelen en nog veel meer staan uitgestald op tafels.
Wekelijkse oogstnieuwsbrief
De van oorsprong Amerikaanse Tamara Macinty coördineert de distributie. Ze verstuurt de wekelijkse oogstnieuwsbrief waarin ze beschrijft wat er beschikbaar is. De biologische gemeenschapsboerderij was voor haar een belangrijke reden om zich in het ecodorp te vestigen. Ze houdt van koken en stuurt tips mee voor recepten en methoden om bijvoorbeeld de overvloed aan tomaten dit jaar te conserveren voor mindere tijden.
Macinty en Malone vormen de stuurgroep van de boerderij die zich bezighoudt met de dagelijkse gang van zaken. Daarnaast heeft de boerderij een bestuur en een coördinatiegroep.
Het bestuur is er voor de financiën en de rechtsvorm. In de coördinatiegroep zitten de educatietak van het ecodorp, het online verkoopplatform, waar de boerderij sporadisch een overschot van de oogst verkoopt en de coördinatoren van de Europese vrijwilligers om de lange termijn te bespreken.
Tekst gaat door onder de foto
Ecodorp als initiatief tegen klimaatcrisis
De boerderij is officieel een eigen bedrijf dat het land leaset van het ecodorp. Dat dorp begint in 1999 als een initiatief om zelf iets te doen aan de klimaatcrisis. Het kost bijna tien jaar om grond te kopen en de infrastructuur aan te leggen voordat de eerste bewoners hun huizen betrekken. Vanaf het begin is het idee om een derde van de dorpsgrond te bestemmen voor een boerderij, een derde voor een ‘eetbaar bos’ en een derde voor bewoning. Elk lid heeft ook nog recht op een eigen moestuin en de ruimte tussen de huizen is ingericht als eetbaar bos met honderden Ierse appelbomen, bessenstruiken, hazelnootbomen en meer.
Ondanks de uitnodiging van boer Pat Malone aan de leden om de handen uit de mouwen te steken, komen in de praktijk de meesten alleen als er een grote klus te klaren is zoals aardappelen rooien of uien zaaien. De leden zijn echter onmisbaar in alles wat er geregeld moet worden rondom de boerderij. Van distributie tot de financiën, alles wordt door leden gedaan. Dat geeft Malone de mogelijkheid om zich volledig te richten op wat hij het liefste doet: groenten kweken. Een droom noemt hij het.
Vrijwilligers
Zonder de Europese vrijwilligers zou de boer het echter niet rooien. Vroeger hielpen hier vrijwilligers mee die werken tegen kost en inwoning, totdat ze het European Solidarity Corpse ontdekten. Dat is een initiatief van de EU waarbij jongeren een jaar gesponsord kunnen werken in een ander Europees land. Daardoor zijn er jaarlijks van maart tot maart zes vrijwilligers. Pat noemt hen een van de belangrijkste ‘gewassen’ die hij verbouwt op de boerderij. “Elk jaar hebben er een of twee een ervaring die hun leven verandert.” Bovendien gaan alle vrijwilligers weg met een schat aan ervaring over de groenteteelt.
Maria Kaposi (30) is een van die vrijwilligers. Ze heeft land in haar thuisland Hongarije maar wil leren hoe je dat goed kunt bewerken. Ze somt op wat ze leert: hoe besluit je wat prioriteit heeft, hoe behandel je zieke planten, hoe stuur je een team aan, hoe win je zaden, hoe gebruik je groenbemesters? En ze is enthousiast over het samenwonen met de andere Europese vrijwilligers in het ecodorp.
Tekst gaat door onder de foto
Goed, gezond voedsel produceren
In tegenstelling tot Malone heeft collegaboer Torben Marl een veehouderijachtergrond. Zijn familie heeft een grote boerderij met melkgeiten. Na wat rondreizen en een tweejarige tuinbouwopleiding kwam hij terecht op de community farm. In zijn ogen is de missie: goed, gezond voedsel produceren om gezonde blije mensen in het dorp te hebben.
Is de boerderij financieel haalbaar? Volgens Torben Marl bestaat de boerderij bij de gratie van de community, die het eigen voedsel wil kweken en daarvoor wil betalen, en de boeren die geloven in het project. Andere functies van de boerderij zijn het onderwijs, de zaden die verzameld worden en mensen opnieuw in aanraking brengen met voedselproductie.
Hij is blij dat hij niet alleen op een trekker zit, maar voor een community werkt. Torben Marl krijgt een half jaar 25 uur per week betaald. Pat Malone is dit jaar voor 15 uur per week in dienst. De vrijwilligers helpen wekelijks 26 uur. De salarissen en investeringen worden bekostigd door de leden die € 16 per volwassene per week betalen. Daarvoor in ruil krijgen ze het eten dat hier wordt geproduceerd.
Pat Malone is blij: “Het geeft me kwaliteit van leven. Ik heb een stabiel salaris, een vaste afzetmarkt, geen financiële kopzorgen, alles wordt opgegeten door klanten die het waarderen, ik hoef niets te verpakken en ik kan veertig gewassen telen in plaats van twee, wat ik saai begon te vinden.”