Het toevoegen van een hulpstof kan het effect van gewasbeschermingsmiddelen verhogen. Ook de aanpak van spint in komkommer blijkt hiermee te verbeteren.
Hans de Ruiter van Surfaplus toonde tijdens een gewasgezondheidsdag bij Botany in Horst proefresultaten met de hulpstof Hasten, bij de inzet van Vertimec tegen spint in komkommer. Op de proeftuin gaf Vertimec in het voorjaar 20 procent totale bestrijding bij de voorgeschreven dosering, met drie wekelijkse bespuitingen. Toevoeging van de hulpstof gaf 80 tot 90 procent afdoding. Het effect op de hoeveelheid eitjes gaf een vergelijkbaar beeld in werkingstoename te zien.
Hasten is een veresterde koolzaadolie die de opname van de werkzame stof in het blad bevordert. In bladmetingen in de proef bleek de werkzame stof abamactine uit Vertimec in een zeven- tot achtvoudige concentratie aanwezig te zijn dan bij de referentiebespuiting zonder hulpstof.
In de vruchten bleef de MRL onder het minimum in het laboratorium meetbare niveau. De verbeterde middel-opname leidt dus niet tot een voor de afzet problematische concentratie in de vruchten.
De hulpstof is mogelijk ook voor andere toepassingen in vruchtgroenten interessant. Vanwege het werkingsprincipe van opname-verhoging in het blad is het niet bedoeld voor contactmiddelen die juist aan de oppervlakte van het blad actief moeten blijven.
Nieuwe meeldauwbestrijder
Tijdens de gewasgezondheidsdag, georganiseerd door LLTB, LTO Groeiservice, Botany en Mertens, was tevens een demonstratieproef te bekijken met twee experimentele middelen van Bayer. Deze worden getest in vergelijking met Flint en Collis tegen meeldauw in komkommer. Het experimentele middel 1, waarvan de hoop is dat het volgend jaar maart een toelating krijgt, hield de planten nog vrijwel geheel schoon van meeldauw in de gewaszone waar het blad een bespuiting had ondergaan. In vergelijking met de 99 procent werking gaven Flint en Collis 60 Procent werking. Het experimentele middel 1 bevat slechts één werkzame stof, wat gunstig is met oog op veel bovenwettelijke eisen van supermarkten.
Het experimentele middel 2 gaf in deze proef 50 procent werking. Het is echter een biologisch middel dat bij praktijktoepassingen meer preventief en wekelijks gespoten dient te worden voor een optimaal effect.
Plantweerbaarheid
In een andere onderzoeksafdeling op de onderzoeksinstelling met cherrietomaat voert Koppert een proef uit met Trianum en een aantal biostimulatotoren, in het kader van NatuGro concept dat de wortel- en plantweerbaarheid moet verhogen. De bedoeling is dat de geteste producten planthormonen beïnvloeden die van invloed zijn op de vrucht, zodat de gevolgen van stress-situaties minder groot zijn. Elke keer als er een tros bij kwam, is gespoten.
De combinatie van Trianum en één bepaalde biostimulator gaf het beste resultaat. Op de eerste en tweede tros, aangelegd bij de plantenkweker, had het geen effect. Maar bij de trossen die in de teelt waren aangemaakt, en een bespuiting met het biologische middel hadden gehad, was een betere vruchtzetting en productie waar te nemen.
In een vervolgproef wordt de combinatie ook bij een plantenkweker in de opkweek toegepast. Hier zijn nog geen resultaten van bekend.