Doorgaan naar artikel

Hoogleraar: ‘Druk op boeren en tuinders is torenhoog’

Een klimaatneutrale landbouw in 2050 vraagt om maatwerk op boerenerf. Het GLB en de boer-tot-bord-strategie bieden kansen. Maar de maatschappelijke druk op boeren en tuinders is torenhoog en niet haalbaar, vindt WUR-hoogleraar Rogier Schulte.

Nederlanders verwachten veel van boeren. Zoveel zelfs dat Nederland koploper is in de Europese Unie als het gaat om de vraag naar klimaatneutrale landbouw. Voorbeelden zijn kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw (NIL). Maar daarmee lopen Nederlanders vooruit op de realiteit. De druk op boeren is enorm. Het verdienmodel is er niet. Met als resultaat dat de realiteit achter blijft.

Dit vindt Rogier Schulte, hoogleraar Farming Systems Ecology aan Wageningen UR (WUR). Boeren moeten betaald worden voor klimaatmaatregelen die zij nemen, vindt hij. Het verdienmodel moet kloppen. Daarin moet het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid (LNV) de regie en het voortouw nemen. Kansen liggen namelijk in de nieuwe boer-tot-bord-strategie en het GLB 2021-2027.

Prof. dr. ir. Rogier Schulte (46) is hoogleraar Farming Systems Ecology aan de Wageningen University & Research (WUR). - Foto: Guy Ackermans

Prof. dr. ir. Rogier Schulte (46) is hoogleraar Farming Systems Ecology aan de Wageningen University & Research (WUR). – Foto: Guy Ackermans

Wat betekent een klimaatneutrale landbouw?

“Het is belangrijk dat klimaatneutrale landbouw niet als apart onderwerp gezien wordt. Het is onderdeel van het totale duurzaamheidspakket. Centraal staan broeikasgassen, de bodemgezondheid en het sluiten van kringlopen. De uitstoot van broeikasgassen is een globaal probleem, maar moet nationaal opgepakt worden. We worden immers op landelijk niveau afgerekend. Natuurinclusieve landbouw (NIL), kringlooplandbouw of agroforestry zoals wij die in Nederland kennen, kunnen positief bijdragen, maar zijn ook slechts een taartpunt uit het totaalpakket. Ieder land legt de nadruk op een andere aanvliegroute.”

Het is belangrijk dat klimaatneutrale landbouw niet als apart onderwerp gezien wordt

Hoe treft dit de agrarische sector?

“Een verandering in het landbouwsysteem kun je niet voor de voeten van de boer gooien. De boer is één schakel in de gehele agrofoodketen. Zij kunnen niet van het een op het andere moment iets compleet anders gaan doen. Boeren zijn gespecialiseerd in datgene wat zij nu doen, of dat nou melkproductie of het verbouwen van gewassen is. Daarbij horen de contracten die zij hebben. Bijvoorbeeld teelt-, pacht- en hypotheekcontracten. De agrofoodketen is een complex geheel, waarvan elke schakel de andere schakel beïnvloedt. Wil je dat veranderen, dan moet je dat met z’n allen doen. En juist daar moet de hogere hand de regie nemen.”

Landbouwminister Carola Schouten moet de kar dus trekken?

“Ja. We zouden meer durf moeten hebben om vooraan te staan en kritisch te kijken naar nieuwe ideeën uit Brussel. Nederland heeft daar de laatste jaren een reactieve rol ingenomen. Ik maak me daar zorgen over. We moeten niet wachten totdat Brussel voorgekauwde regels op ons bordje legt. Dat reactieve beleid heeft in ons land geleid tot fosfaat- en stikstofpaniek in de gehele sector. We hebben niet kritisch gekeken naar de toepasbaarheid van regels. Ierland doet dat wel. Zij zitten in Brussel op de eerste rij en kijken kritisch naar de werkbaarheid van het beleid. Dan sta je meteen een stap voor en kun je inspelen op de situatie. Jarenlang had Nederland niet eens een landbouwministerie. Dat is als tweede exportland van landbouwproducten niet uit te leggen aan buitenlandse collega’s.”

Een verandering in het landbouwsysteem kun je niet voor de voeten van de boer gooien

Waar liggen kansen voor een klimaatneutrale landbouw in Nederland?

“In de boer-tot-bord-strategie en het nieuwe GLB 2021-2027. De hele agrofoodketen in de EU heeft gezamenlijk een taak: het reduceren van de CO2-voetafdruk en koolstofvastlegging in de bodem. Een belangrijk verschil in dat laatste is wat Nederlanders verlangen (maatschappelijke vraag), en wat de boer daadwerkelijk nodig heeft (functionele vraag). Ik hoor vaak: boeren moeten die vastlegging zelf regelen, want een hoger organisch stofgehalte is in hun eigen belang. Maar ons onderzoek toont dat de maatschappelijke vraag veel hoger is dan de functionele vraag. Daarvoor moeten boeren dus betaald worden. De Europese Commissie onderzoekt de beste manier hiervoor. Bijvoorbeeld uit GLB-gelden, de boer-tot-bord-strategie of vanuit het bedrijfsleven.”

Waar moet een vergoeding op gebaseerd worden?

“Om te betalen moet je het succes kunnen meten. Daar ligt een grote uitdaging. Vooral bij CO2 heb je in de agrarische sector te maken met ingewikkelde metingen. Dat is in andere sectoren gemakkelijker. Verbruik van elektriciteit en gas is bijvoorbeeld eenvoudig te meten. De uitstoot van CO2 en methaan is seizoensgebonden en afhankelijk van veel factoren die elkaar beïnvloeden.

Nog ingewikkelder wordt het door de nationale benadering: de metingen moeten daarbij aansluiten, want we worden op nationaal niveau afgerekend. Juist daar moet het landbouwministerie een voorzet geven en de regie nemen. Het Nationaal Strategisch Plan (NSP) – dat Nederland in moet dienen voor het nieuwe GLB 2021-2027 – is daar de uitgelezen kans voor. Toch zijn er voorbeelden van succes. We hebben bedrijven gevonden in onder andere Ierland en Finland waar boeren op locatie samenwerken met de verwerkende sector, het bedrijfsleven en economen. De ecologische en economische cirkel is daar rond en het is rendabel.”

Debatserie ‘It’s the food, my friend’

Rogier Schulte is een van de sprekers in het debat ‘Naar een klimaatneutrale landbouw in 2050’ uit de debatserie ‘It’s the food, my friend’. Naast Schulte spreekt Gert Jan van den Born van het PBL over de vorderingen van de landbouw op de terreinen van milieu, klimaat en biodiversiteit. In verband met de coronamaatregelen wordt het debat donderdag 11 juni online gepubliceerd via foodlog.nl.

Hoe kunnen Nederlandse boeren volgens u ‘klimaatneutraal’ boeren?

“Ik ben huiverig voor het plotseling inzetten op alleen klimaatneutraal, zonder de andere aspecten van duurzaamheid in acht te nemen. En vervolgens over twee jaar alle boeren te zeggen dat ze natuurinclusief moeten boeren. Dat past niet. Boeren moeten een model kunnen kiezen dat bij hun bedrijfsvoering en omgeving past.

Een boer op veengrond kan zich focussen op minder uitstoot van broeikasgassen, terwijl een boer op bijvoorbeeld de hoge zandgrond vlakbij een natuurgebied misschien beter een brug kan bouwen tussen landbouw en natuur. Minder uitstoot van broeikasgassen uit veengrond is met seizoensgebonden waterpeilverhoging overigens goed te realiseren. Het hoeft geen zwart-witte keuze te zijn tussen of boeren of ‘vermoerassen’, zoals we vaak horen.”

Ik ben huiverig voor het plotseling inzetten op alleen klimaatneutraal, zonder de andere aspecten van duurzaamheid in acht te nemen

Is verkleining van de veestapel nodig?

“Het gaat in feite om het ontwerpen van verdienmodellen die zowel economisch als ecologisch duurzaam zijn. Minder vee is daar een afgeleide van. Hierbij moet geen verschil bestaan tussen hoofd-, bij- en afvalproducten: alles is een product wat ergens voor gebruikt wordt. Voor onderzoek zijn we de wereld afgereisd om bedrijven te vinden die deze klimaat, energie en voedselkringloop gedicht hebben. Die hebben we gevonden.

Ter illustratie een bedrijf in Letland, waar 1.000 melkkoeien gehouden worden. Melk is het ‘bijproduct’, mest is het ‘hoofdproduct’. De mest gaat in zeven grote vergisters, waarop generatoren 2.500 huishoudens van elektriciteit kunnen voldoen. Voor de warmte die daarbij ontstaat werd men vroeger beboet. Nu verwarmt het bedrijf daar vistanks met steur en paling mee. Binnen twee jaar is de vis oogstrijp, en kan het bedrijf voor € 1.000 per steur aan kaviaar verkopen. De productiestromen zijn op deze manier gesloten. Juist de verbinding van de primaire sector met verwerkende sectoren en het bedrijfsleven, kan leiden tot die gesloten kringloop.”

Tot slot: u zei dat CO2-emissie een wereldwijd probleem is, waarop landen nationaal afgerekend worden. Hoe staat Nederland ervoor?

“Het verschil tussen de vraag en realisatie van duurzame vormen van landbouw op boerenerf is enorm. In die vergelijking is Nederland koploper in de EU. Bijvoorbeeld als het gaat om kringlooplandbouw. De vraag vanuit Nederlands is – in verhouding tot andere Europese landen – enorm, en loopt vooruit op wat boeren in de praktijk kunnen realiseren. Die uitkomst kun je op twee manieren bekijken, die allebei waar zijn: (1) er moet nog veel aan duurzaamheid gebeuren in de Nederlandse landbouw. (2) Boeren zien bevestiging dat het onmogelijk is om aan alle vragen van de maatschappij te voldoen. Boeren in Nederland doen hun best, maar de maatschappelijke druk is torenhoog.”

Boeren in Nederland doen hun best, maar de maatschappelijke druk is torenhoog

Share this

Afbeelding
Stefan Essink

redacteur ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin