Honingbijen zijn de beste fruitbestuivers. Solitaire bijen werken ook goed, maar zijn moeilijker in voldoende grote aantallen bij het fruit te krijgen. Hommels hebben als nadeel dat ze vliegen bij lagere temperaturen, als vruchtzetting minder makkelijk is. Aan het begin van de bestuivingstijd zet imker Christ Smeekens de feiten rond bestuiving op een rijtje.
Van alle bestuivende insecten vormen de honingbijen veruit de grootste kolonies. In het voorjaar tijdens de fruitbloei groeien de bijenvolken uit tot 40.000 bijen, of zelfs meer. Hierdoor zijn bijenvolken in staat om in korte tijd zeer veel bloemen te bezoeken. In de natuur zijn honingbijen ook bij uitstek de bestuivers van grote oppervlakten met bloeiende planten. Dit past dan ook perfect bij de behoefte aan bestuiving in de bloeiende boomgaarden.