In de jongste vergadering van de Europese landbouwministers stelde Europees commissaris Phil Hogan voor de interventieprijzen groente en fruit te verhogen.
Dat lijkt een stap terug in de tijd, zeker als het gepaard gaat met het toestaan van meer nationale steun. Maar is dat ook zo, en moeten we niet anders kijken naar interventie als manier om gezonde voeding naar arme gezinnen te brengen naast andere marktmaatregelen?
Druk
Het lijkt erop dat Hogan met de interventieplannen gehoor geeft aan druk uit Zuid-Europa om de markt te stutten na de Russische boycot. Overigens was ook Nederland voorstander van een hoger interventiebedrag, in ieder geval de NFO sprak zich hiervoor uit. Die fruitteelt maakte – met de wortelteelt – nog wel gebruik van de opkoopregeling uit het crisispakket. In de groentesector is de regeling bijna niet gebruikt.
Een andere maatregel is het steunpakket van de Europese Commissie van €350 miljoen. Lidstaten kunnen die aanwenden voor inkomenssteun aan boeren en tuinders. Daar moet wel iets tegenover staan, zoals versterking van de coöperaties, of milieumaatregelen. Het is niet te verwachten dat Nederland dit geld zal aanwenden voor de tuinbouw, maar in Zuid-Europa kan dat mogelijk leiden tot inkomenssteun buiten de noodlijdende zuivelsector.
Misbruik
Nederland heeft met andere lidstaten zorgen uitgesproken over de flexibiliteit waarmee de regeling is omkleed. Leidt dat niet tot misbruik en oneigenlijk steun aan sectoren? Met de geboden flexibiliteit kunnen landen alle kanten op. Hoe weerstaan overheden druk uit het bedrijfsleven om deze steun aan te wenden in crises in bijvoorbeeld de tomaten- of olijventeelt? De lidstaten hebben de mogelijkheid de hun toegekende enveloppe (zo staat de regeling bekend) met 100 procent te verhogen met nationale middelen.
De vraag is dus of de steunmaatregel niet marktverstorend werkt, in combinatie met interventie. Dat Europa oude steunmaatregelen inzet moet ook gepaard gaan met echte marktmaatregelen, zoals het versterken van de vraag door promotie en het openen van nieuwe markten, vindt Nederland. En het toestaan van meer marktafspraken in crisisperiodes.