Een plantenkweker kan een miljoenenclaim tegen Rabobank vanwege renteswaps door verjaring niet opleggen.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat een Limburgse bedrijf zijn schadeclaim van € 16,6 miljoen niet kan opleggen aan Rabobank omdat de zaak verjaard is. Rabobank heeft bij het afgeven van financiële producten in 2008 niet de zorgplicht uitgevoerd. De renteswaps zouden bescherming bieden tegen hogere rentes, maar boden die bescherming niet en hadden grote nadelen, waarvoor niet was gewaarschuwd.
Verjaringstermijn van 5 jaar
In collectieve zaken rond renteswaps moeten banken al compenseren, maar in deze zaak eist het bedrijf schadevergoeding en terugbetaling van opslagen. In beide delen van de eisen stelt de rechter echter dat de eisen verjaard zijn. De rechter hanteert daarbij een verjaringstermijn van 5 jaar. Bedrijven die bemerken dat zij schade oplopen door een financieel product moeten zich aan die termijn houden. Toen de plantenkweker in 2010 extern advies inwon en daarover een brief stuurde naar de bank, is de verjaringstermijn gaan lopen. In 2015 had het bedrijf de verjaring willen stoppen, maar ook dat was te laat, oordeelt de rechter.
Dwaling rondom renteswaps
Ook in de eis rond terugbetaling van opslagen door Rabobank stelt de rechter dat deze verjaard is. De kweker spreekt van bedrog en dwaling, maar ook hier stelt de rechtbank dat het bedrijf daarvan al in 2011 kennis had en voor dwaling geldt een verjaringstermijn van 3 jaar. Doordat in 2011 hierover afspraken zijn gemaakt en in 2017 nog een correctiebetaling is doorgevoerd, is deze vordering ook niet meer van toepassing, stelt de rechter. Dit deel van het zakelijke conflict was met een correctiebetaling in 2017 ook al feitelijk afgehandeld, stelt de rechter.
Het ging in 2008 om 8 financieringen van in totaal € 80.950.000, waarvan € 22 miljoen voor plantenkwekerijen (uitgangsmateriaal) en € 58.950.000 voor (her)ontwikkeling van onroerend goed.