De laatste paar weken is het fantastisch mooi weer. Goed weer om alles op het teeltbedrijf bij te werken: het oude hout uit de bessen snoeien, de bramen die afgeoogst zijn opruimen en de rest van de bramen te plukken. Dit gelukkig met een heel mooie prijs; maar dat mag ook wel een keer. Ook is het goed weer om de grasstrook te maaien.
Wanneer je langs alle percelen rijdt, heb je ook tijd om rustig na te denken. Je ziet dan het onkruid wat er nog staat en de bijbehorende problemen: een aantal van die onkruiden is bijna niet meer onder controle te houden met het huidige middelenpakket. Het wordt steeds lastiger en moeilijker, ook als je dan ziet dat bijvoorbeeld de luizen goed huisgehouden hebben dit jaar. De percelen die er erg last van hebben gehad, zie je meteen in de groei achterblijven.
‘En wat denk je van bessenglasvlinder of wantsen in de bessen en bramen?’
En laten we eerlijk zijn: luizen zijn nog niet eens de grootste plaag. Daar zijn namelijk nog middelen voor. Maar wat denk je van bessenglasvlinder of wantsen in de bessen en bramen? En er gaan nog veel meer middelen verdwijnen en we zijn er al veel kwijt. Wat ik al helemaal niet begrijpen kan, is dat er een Ctgb in het leven geroepen is om alle middelen te toetsen en te kijken of alles klop. Vervolgens wordt een onkruidmiddel dan nog zomaar van de markt gehaald en twijfelen we aan alle berekeningen die gemaakt zijn, met zijn allen wijzend naar Brussel.
Zo zie je maar: je kunt zelfs van grasmaaien een hoge bloeddruk oplopen. We gaan met z’n allen weer naar de stembus en laten we goed oppassen dat we niet naar alle verkiezingspraatjes luisteren. Want het is veel beloven, maar weinig doen. Ik hoop dat we nog een poosje goed weer houden en dat de bloeddruk dus op peil blijft.