Nederland moet per gewerkt uur productiever, het dondert niet waarmee. AI moet ons redden. Maar dan toch hopelijk niet met simplistische onzin op basis van macro-cijfers van economen in ivoren torens.
Het ging gisteren bij Priva in De Lier in hoog Haags gezelschap weer de hele middag over arbeidsproductiviteit. En hoe de Nederlandse bedrijven daarmee worstelen. Per gewerkt uur maakt de BV Nederland niet meer genoeg omzet. Andere economieën halen ons in en laten ons achter. We schijnen als land te zijn gezakt uit de top 5 naar plek 10, zo hoor ik in dit filmpje, dat een zeer korte samenvatting geeft van de gepresenteerde ‘Staat van het MKB’.
Best een irritant filmpje, alleen al omdat het klinkt alsof het van voor tot achter door ChatGPT-achtige computerprogramma’s is gemaakt en ingesproken. Maar ook omdat wat er gezegd wordt me nogal discutabel lijkt. Want hoezo zouden ‘betere lonen en goedkopere producten’ het gevolg zijn van hogere arbeidsproductiviteit? En wij op die manier ‘sterker staan in de wereldeconomie’?
Alleen nog maar IT en dienstverlening
Goedkopere producten betekenen immers juist minder omzet. En dat betekent bij gelijkblijvende arbeidskosten dus toch juist een lágere arbeidsproductiviteit? Dat is het probleem met het grote belang dat aan dit cijfer wordt gegeven. Je scoort met het omhoog krijgen van je omzet. Sectoren die er wel slagen om hun ‘productiviteit’ omhoog te krijgen zijn IT, financiële dienstverlening en zakelijke adviesdiensten.
Betere lonen, dat klopt voor die sectoren wel. Maar goedkopere producten? Lijkt me niet. Erger, het zijn nou typisch van die sectoren die in feite helemaal geen producten leveren. Ze maken niks. Je kunt het niet eten, je kunt er niet in wonen, het houdt je ’s winters niet warm.
Kassen maar naar Polen en aardbeien uit Spanje
Redenerend langs lijnen van die heilige arbeidsproductiviteit kijken de dames en heren economen al een jaar of langer kritisch naar de land- en tuinbouw. Een lagelonensector die drijft op de inzet van Polen en andere arbeidsmigranten. Kunnen we die kassen niet beter in Polen neerzetten? Of al onze tomaten en aardbeien voortaan maar uit Spanje laten overkomen?
Of als de telers en andere zogenoemd laagproductieve ondernemers dan toch in Nederland willen blijven, dan moeten ze innoveren. Digitalisering en robotisering zijn dan de toverwoorden. En AI. Ja, om meer simplistische filmpjes te maken over hoe je sterker staat in de wereldeconomie. Maar dan wel bij een beetje tegenwind met lege schappen in de supermarkt.
Productiviteitsagenda met tips en maatregelen
In het zog van Koningin Máxima liepen daar gisteren in het Westland Kim Putters (SER), Piet Hein Mulligen (CBS), Barbara Baarsma (PWC) en Pieter Hasekamp (CPB). De minister van Economische Zaken was er ook. Dirk Beljaarts. PVV’er en voorheen directeur van Koninklijke Horeca Nederland. Hij mag nu trekken aan de Productiviteitsagenda. Politiek en overheid gaan het bedrijfsleven vertellen hoe ze hun arbeidsproductiviteit omhoog kunnen krijgen. Een agenda met handige tips? Of met harde maatregelen? Je houdt je hart vast.
‘Lol van het ondernemen’ is eraf
Onder de bij Priva aanwezige ondernemers roezemoesde rond dat ‘de lol van het ondernemen’ er een beetje af begon te raken. Priva-topvrouw Meiny Prins zei het letterlijk in haar welkomstwoord en vroeg het kabinet om stabiel beleid. Een retorische vraag, waarop ze liet volgen dat het uiteindelijk toch gewoon de bedrijven in Nederland zijn die voor de tomaten zorgen en voor de apparaten waarmee Nederlanders hun huizen en bedrijven kunnen verduurzamen. Wat de politici en de economen ook mogen roepen.