“De plant leek even stil te staan, maar nu is zij door de eerste splitsing heen. De eerste knoppen zijn al te zien”, zei Peter Boekestijn van Boekestijn Eggplants in De Lier halverwege vorige week.
Boekestijn heeft op 13, 14 en 15 december geplant, net als vorig seizoen het ras Beyoncé maar nu met de onderstam Maxifort in plaats van Emperador. Er staan 1,64 planten per vierkante meter in een 3-stengelsysteem (4,9 stuks/m2). “We hebben prima plantjes in huis gekregen. Ze zijn nog wel klein, ze stonden op 28 stuks per vierkante meter. Maar dit jaar voor het eerst met de biologie er al in.”
Biologie erin bij opkweek
Toen de planten nog op de roltafels stonden, heeft plantenkweker Leo Ammerlaan er twee dozen van 15.000 Encarsia-sluipwespen ingehangen. Net voor aflevering heeft hij er 25 kokers met elk 50.000 swirskii-roofmijten erin geblazen. Boekestijn: “Dat gaat bij de plantenkweker gemakkelijker omdat ze dicht bij elkaar staan. Het is een prettig idee dat je planten meteen beschermd zijn voor het geval er nog wat ongedierte is achtergebleven in de kas. Er zijn geen goede middelen meer om witte vlieg te corrigeren. Hoe eerder er biologie bij zit, hoe beter.”
Nu al swirskii-eitjes
Op de vangplaten zijn nog geen witte vliegen gevonden, wel al enkele tripsen. “Maar dat is geen enkel probleem”, vindt Boekestijn. “We hebben ook al eitjes van de swirskii gevonden. Daar stond ik wel verbaasd van. Dat betekent dat we nog langer bescherming hebben, ook als de ingebrachte volwassenen het niet overleven. Er is wel wat voedsel meegeblazen, maar dat is waarschijnlijk niet genoeg om de tijd tot de eerste bloei te overbruggen als er weinig ongedierte zit.”
Licht wegzetten
Vanaf het planten hanteert Boekestijn een vlak stookregime van 23 graden dag en nacht. “Dat hou ik minimaal 3 weken aan, tot einde week 1. Zeker nu Beyoncé op Maxifort staat, wil ik haar licht weg zetten en snelheid meegeven. Want als zij rond eind januari onder de folie vandaan komt, wordt ze toch gemakkelijk zwaar genoeg.”
De folie is geperforeerd op 20 bij 20 centimeter. Het bovenscherm gaat een uur na zonsopkomst open en een uur voor zonsondergang weer dicht. In de eerste volle week bij 23 graden gebruikte de teler maar 1,2 kuub gas per vierkante meter, mede door het zachte weer. “Maar voor de stevige opbouw van de plant mag het best wat frisser worden buiten.”
Relatieve luchtvochtigheid stijgt al
Ondanks het vrij donkere weer groeit het gewas best snel. “Het blad groeit mooi uit, en je ziet de rv in de middag soms al boven 80% uitkomen, dus de plant maakt lekker veel blad.” Om de planten goed te laten inwortelen kregen ze in de eerste week na het planten dagelijks een druppelbeurt van 100 cc per plant met de vrij hoge ec 5. “Ik wil een vitalere, niet te waterige plant neerzetten.”
Het watergehalte in de mat was vorige week nog 85%, maar de bedoeling is dat dat geleidelijk inteert naar 55 tot 60% op het moment van eerste bloei, die rond half januari wordt verwacht. Dan moet de drogere mat helpen bij de zetting van de eerste hartbloem. Zo ontstaat ook een goed doorwortelde steenwolmat. De CO2-concentratie mag overdag best oplopen tot 1.000 ppm. In de eerste periode wordt uiteraard gekozen voor zuivere – Ocap – CO2 omdat er niet gelucht wordt.
Plant hangen, niet wurgen
De voornaamste bezigheid is nu het hangen van touwtjes en het aanbinden van de planten, met drie touwtjes tegelijk. Eind vorige week moest de helft vaststaan en eind deze week de rest. Boekestijn: “We zitten met binden dus dicht achter de touwtjeshangers aan. Vorig jaar was ik net iets te laat met aanbinden waardoor de planten op het laatst al dreigden om te vallen.”
Ieder jaar, bij het inwerken van nieuwe mensen, blijkt dat aanbinden toch niet zo gemakkelijk is. De touwtjes mogen niet in elkaar gedraaid zitten, het lusje kan te klein of te groot zijn, het touwtje te strak of te los. Het losse eind mag niet te ver uitsteken omdat het dan, aan het eind van de teelt, bij het loszagen van de pot in het mes terecht komt. “Het duurt altijd wel een paar dagen voor het helemaal goed gaat, maar dan gaat het ook als een speer”, zegt Boekestijn. Gelukkig werkt hij met een redelijk vaste kern Turkse, Marokkaanse en Bulgaarse werknemers, die hij inhuurt via een agrarisch loonbedrijf.
Auteur
: Gerard Boonekamp