Aubergine had het niet gemakkelijk tijdens de hitte, zegt aubergineteler Tom de Jong.
“38 graden in de kas was te warm voor aubergine en heeft invloed op de zetting gehad”, zegt Tom de Jong van auberginekwekerij De Jong in Dinteloord (N-Br.). Het hete zomerweer van boven de 40 graden van eind juli was niet goed voor het gewas.
De Jong: “In de zomer is 30 graden aan het einde van de dag in de kas normaal, met een uitschieter naar 33 graden. Maar bij 38 graden heeft de plant alle energie hard nodig om te koelen.”
“Hierdoor zijn er wel een paar bloemetjes afgevallen en heeft de zetting onder moeilijke omstandigheden plaatsgevonden. Ook de uitgroeiduur gaat dan erg langzaam. De week erna hadden we dan ook door vruchtmisvorming een mindere kwaliteit aubergine en een dip in productie”
Lagere productie
Door het sterk wisselende en donkere weer van half augustus is de productie in stappen omlaag gegaan. In week 33 was de productie 1,65 kilo per m2. In week 32 was dat nog bijna 2 kilo per m2.
De Jong: “Dat laatste is een normale weekproductie voor na de langste dag. Want daarna loopt de instraling hard terug van 2.800 joules op een mooie dag naar rond de 2.000 tot 2.200 Joules.” De vruchtkwaliteit en houdbaarheid zijn goed.
Temperatuurinstellingen
De temperatuurinstelling voor overdag is 21 graden. In de middag vanaf 12.00 uur mag de kastemperatuur oplopen naar 28 graden, die dan om 17.00 uur is bereikt. In de voornacht – vanaf 21.00 tot 1.00 uur – kan de temperatuur omlaag naar 16 graden; meestal komt het rond de 17 graden uit.
Voor de vruchtuitgroei is een nachttemperatuur van onder de 18-20 graden nodig. In de nacht vanaf 1.00 uur wordt de temperatuur weer opgestookt naar 21 graden. “Dat gaat met 1 graad per uur, zodat de 21 graden om 6.00 uur is bereikt, nog voordat de zon opkomt”, aldus de Jong.
In de ochtend geeft de aubergineteler grotere druppelbeurten om de mat op niveau te brengen. Na 10.00 uur en in de middag geeft hij aanvullend water op basis van instraling. Bij iedere 80 joules volgt een druppelbeurt. De EC-waarde staat op 2,2 mS/cm ingesteld.
Hoge insectendruk van buiten
In de oude kas (5,5 hectare) is het nog steeds een strijd tegen de witte vlieg. Door de hoge insectendruk van buiten heeft de aubergineteler in een aantal hoeken nog veel last van witte vlieg. Daarnaast kwamen ook steeds meer brandnetelwantsen binnen vliegen.
De wantsen prikken de kleine vruchtjes aan, waardoor die eruit vallen. “In de maanden augustus en september krijgen we meestal de hoogste prijzen. Dus willen we alle vruchten aan de plant houden”, aldus de aubergineteler.
In week 32 heeft De Jong met sivanto en neemazal gespoten tegen brandnetelwants en witte vlieg, omdat de grote hoeveelheid macrolophus de witte vlieg niet aan kon. De Jong: “Deze middelen doden ook natuurlijke vijanden – zoals macrolophus -, maar het kon niet anders.”
“De rest van het seizoen zijn we dus op chemie aangewezen. Ondanks de chemische bespuiting knapt het gewas er in de witte vlieghoek wel van op. Doordat er geen honingdauw meer op komt, staat de plant er beter bij dan voor de bespuiting. Alhoewel het nog niet echt florissant is.”
Rupsen en bladluizen
In de oude kas ziet de aubergineteler nieuwe rupsen komen. Met de volgende bespuiting zal hij ook het middel steward gebruiken dat ook brandnetelwantsen meeneemt in de bestrijding.
Tegen bladluizen is tot in junipPlenum meegedruppeld. “Dat heeft goed geholpen, maar half augustus kwamen de bladluizen weer terug. Met sivanto hebben we dat bestreden en de plaag is nu onder controle.”
Auteur: Harry Stijger