Pieter Verschure in Aarle-Rixtel start op 3 oktober met bataat rooien. “Hoeveel kilo’s we gaan halen, weet ik nog niet, maar het zullen zeker geen topproducties worden.”
Verschure denkt dat hij minstens 10 ton per hectare lager zal uitkomen dan wat haalbaar is. “Maar waar we werkelijk aan toe zijn, weten we eigenlijk pas als we een paar dagen aan het rooien zijn geweest.” Dat heeft alles te maken met de moeilijke groeiseizoen en de vele regen, iets waar een tropisch gewas als bataat nou eenmaal niet van houdt. “En september was ook niet bepaald een maand waarin ze die groeiachterstand nog hebben kunnen inhalen. Eigenlijk zouden ze nog wat langer moeten blijven staan, maar dat risico kun je niet lopen, dus daarom beginnen we.” Over de uniformiteit van het gewas toont Verschure zich tevreden.
Loof klepelen
Op de dag vóór het rooien start Verschure met het klepelen van het loof. “Ik heb daarvoor een Struik klepelaar en er zit nog een klepelaar voorop de trekker bij het rooien. Op die manier werkt dat prima en krijgen we er genoeg loof vanaf geklepeld.”
Voor de bepaling van het droge stofgehalte heeft hij inmiddels monsters ter beoordeling naar Eurofins gestuurd. “Ook dat is nog afwachten en kijken of we met onze bemestingsstrategie met spoorelementen en maximaal 10 kuub rundveedrijfmest het gewenste resultaat hebben kunnen halen.”
Rassenkeuze
Verschure teelt de rassen Covington, Beauregard en Bellevue. Proefgewijs teelt hij ook nog Orleans. “Covington is echt voor de industrie, omdat die hoger in zijn droge stofgehalte zit. Met Beauregard en Bellevue kan ik ook richting de industrie, maar als die rassen daar niet willen omdat het droge stofgehalte te laag is, dan ga ik ermee de verse markt op.”
Auteur: Stan Verstegen