Het gewas wordt nu toch behoorlijk oud, vindt Jasper Oussoren in Zevenhuizen. “Je ziet wel wat gele stengels die we er met het bladsnijden uithalen.” Toch wil hij de teelt doortrekken tot half december zodat er een overlap in productie is met de belichte teelt, ook met het ras Merlice, die op 14 oktober is geplant.
In de onbelichte teelt heeft hij in week 39 de kop eruit gehaald. Er hangen nu (week 45) nog vier trossen per stengel. De oudste is nog op 4 gesnoeid, de andere drie op 5 vruchten. Ze zijn niet gebeugeld of behandeld. “Ze moeten nog flink uitdikken, maar tot nu toe gaat het goed.” Om de productie zover mogelijk te verleggen heeft hij de etmaaltemperaturen steeds verder verlaagd. In week 40 was dat nog 18.5 graden, maar in week 44 en 45 kwam hij niet hoger uit dan 16,5 graden. “Het is voor mij nieuw om de tomaten zo koud te houden. Het is toch een soort van uitdienen.” Hij verwarmt de kas zoveel mogelijk mee met het zonlicht. Om 14 uur gaat de verwarmingstemperatuur al naar 13,5 graden die hij tot middernacht aanhoudt. Daarna stijgt de kastemperatuur langzaam naar 16,5 graden die hij tussen 7 en 9 uur aanhoudt. Daarna klimt hij langzaam naar de dagwaarde van 18 graden. In de ochtend staat er een minimumbuis in van 30 tot 35 graden. Maar bij een vochtdeficit tussen 0,6 en 0,7 geeft hij in de nacht en ochtend even een ‘boost’ door de minimumbuis met 10 graden te verhogen.
Gezond gewas
Tot nu toe heeft het gewas nog totaal geen last van Botrytis. “We hebben er het hele jaar al niets tegen gedaan.” Nadat hij in de loop van de zomer wat plekjes met meeldauw vond in de gedeeltelijk resistente Merlice, heeft hij de zwavel in de verdampers ververst en de frequentie van zwavelen verhoogd van twee naar drie keer per nacht (tussen 23 en 5 uur). “Ik zie nu helemaal geen meeldauw meer.” Rupsen beginnen wel toe te nemen. “Die moet ik beslist gaan bestrijden. Tot nu toe konden we het af met plaatselijk Thurex stuiven en een rondje Nomolt net nadat de kop eruit was. Dat je daarmee ook veel Macrolophus kwijtraakt is dan niet zo erg meer. We willen toch alles helemaal schoonmaken en ontsmetten en hoeven geen Macrolophus over te houden voor volgend jaar.”
Het gewas heeft nog zo’n tien bladeren per stengel. “We willen op zes bladeren eindigen dus we moeten nog een rondje blad snijden waarvan een paar in het midden aan de voorkant van het gewas.” Over een paar weken gaat hij dan weer opstoken om de vruchten verder uit te laten groeien en te laten kleuren.
Stekers niet vervangen
Voor de teeltwisseling heeft Oussoren voldoende tijd. “We gaan pas in januari planten. Met Merlice kan je zoveel tempo maken dat je nauwelijks vertraging hoeft op te lopen ten opzichte van een decemberplanting.” Hij gaat weer een streng hygiëneprotocol toepassen tijdens de teeltwisseling. Maar waarschijnlijk worden ook dit jaar de stekers niet vervangen. “We hebben dit jaar minimaal crazy roots gezien, terwijl dat voorgaande jaren een groot probleem was. Het enige wat we anders gedaan hebben tijdens de teeltwisseling was dat we de stekers nu eens niet vervangen hebben. We hebben ze alleen maar afgespoten bij het reinigen van de teeltgoten en vlak voor het planten ingespoten met Horticlean. Daarnaast hebben we de dosering van de uv-ontsmetter opgeschroefd in de winter omdat je dan toch voldoende capaciteit hebt.”