‘Het gewas geeft geen krimp bij scherpe weersovergangen’

“Het gewas van Merlice geeft geen krimp bij scherpe overgangen naar zomers weer. Hij is zo groeikrachtig dat je nergens een slap blaadje in de kop ziet. Hij laat het eerder op de tros zien door een mindere zetting, maar dat gaat ook goed. De plantbelasting is al weken stabiel rond 130 vruchten per vierkante meter”, zei Jasper Oussoren vorige week.

In productie loopt Oussoren 1,3 kilo per vierkante meter voor op vorig jaar, toen hij ook Merlice had staan met vrijwel dezelfde plantdatum.

Het gewas is nog goed gezond. De overmatige wortelgroei is op een laag niveau en de Botrytis-druk is zo laag dat nalopen niet nodig is. Begin mei heeft hij twee keer het biologische middel Xentari gespoten tegen rupsen. “Wittevlieg is ook heel rustig, terwijl we minder Macrolophus terugzien dan we wilden. Hoe dat komt, kunnen we niet verklaren. We hebben ze bijgevoerd, de zwavelverdampers staan nauwelijks aan want Merlice is meeldauwtolerant en we draaien hoge etmaaltemperaturen. Dat zou allemaal de populatieontwikkeling moeten stimuleren.”

Vocht kwijt raken

In de eerste vier dagen van week 21 realiseerde Oussoren een gemiddelde etmaaltemperatuur van 21,4 graden. In week 20 was dat bijna twee graden lager (19,5 oC). “Het klimaat moeten we nu vooral aan de natuur overlaten.” Op warme dagen zijn de ramen aan de windzijde begrensd op 40 procent. Pas als de kastemperatuur boven 30 graden komt, mogen ze verder open. De voornacht staat ingesteld op 14 graden, maar vorige week waren er nachten dat het met de ramen open niet onder 18 graden kwam. “Het is nu een kwestie van koel houden en ’s morgens activeren met wat buis.” Om het vocht kwijt te raken gaan de luchtramen om 7.30 uur minimaal 5 procent open en staat er een minimumbuis in van 35 graden. Een uur later komt de groeibuis van 40 graden erbij.

Hoge substraatmatten

De watergift start om 8 uur of eerder als de lichtsom van 60 Joules is bereikt. “Op advies van Grodan wordt de beurtgrootte in de loop van de dag afgebouwd.” Tot 12 uur geeft hij per druppelbeurt 0,45 liter per vierkante meter, in de middag 0,33 liter en vanaf 17 uur nog maar 0,23 liter per vierkante meter. “Aan het eind van de ochtend heb je zo wel 50 procent drain, in de middag nog 20 tot 30 procent en aan het eind van de dag nog veel minder. In de nacht teert het substraat zo’n 9 procent in.”

Verwende plant

De wkk draait vaak op halve kracht vanwege de lage stroomprijzen. De Ocap-aansluiting is wel aangevraagd maar nog niet gerealiseerd. “De ketel staat geregeld aan maar we doen het wel zuinig aan. We houden de CO2-concentratie in ieder geval boven 400 ppm.” Oussoren zat in de begeleidingsgroep van de CO2-proeven op het Improvement Centre en leerde daar dat er een zekere gewenning plaats vindt in de plant. “Hij kan met minder toe als we jarenlang gedacht hebben. Als de plant verwend wordt met veel CO2 dan gaat hij minder huidmondjes aanmaken.”