In het hart van de Ehec-crisis publiceert het LEI het landbouw-Economisch Bericht 2010.
De prijzen voor glasgroenten lagen 25 tot 30 procent hoger dan het jaar ervoor. Ik vraag me af hoe de gemiddelde Nederlander daar op reageert. Het gaat toch prima met die tuinders?
Vorig jaar verdienden de tomatentelers 30 tot 35 procent meer dan het jaar ervoor. De komkommertelers waren goed voor een stijging van 30 tot 40 procent. Alleen de paprikatelers moesten met minder genoegen nemen, namelijk 25 tot 30 procent. Kat in het bakkie, zou je zeggen. Die tuinders doen het toch maar goed. Helaas vergeleek het LEI de inkomsten met het rampjaar 2009. 2010 krijgt dus eigenlijk een mager vijfje. Persoonlijk interesseert het me dus meer om die cijfers te vergelijken met een langjarig gemiddelde.
Interessant is ook de manier waarop het LEI de stijging verklaart: “gunstiger wisselkoersen, slechte weersomstandigheden in productieregio’s buiten Nederland, de iets betere economische situatie in belangrijke afzetlanden en de vele supermarktacties bij glasgroenten”. Tel daarbij op dat de productie wat lager lag en dat de kosten per vierkante meter iets afnamen. Eigenlijk kan je concluderen dat het allemaal factoren zijn waar de telers zelf totaal geen invloed op hadden. Een samenloop van omstandigheden dus.
Niets veranderd
Structureel is er dus helemaal niets veranderd. En dat blijkt ook wel uit de eerste cijfers van het nieuwe teeltseizoen. Soms brachten de komkommers goed geld op, maar de prijzen gingen ook weer even hard onderuit zoals de afgelopen jaren regelmatig gebeurde. Om over paprika’s –die al jaren in een moeilijke hoek zitten- nog maar te zwijgen. Er was dus maar een heel klein zetje nodig om de prijsvorming uit haar wankel evenwicht te brengen. Zoiets groots als een Ehec-crisis was overbodig.
Verreweg de enige factor die ondernemers hebben beïnvloed is kostprijsverlaging door areaaltoename. Daarmee hebben enkelen hun rendement kunnen opkrikken. De daardoor ontstane overproductie heeft dit voordeel weer teniet gedaan. Mooi zou zijn als het LEI eens wat berekeningen los laat op cijfermateriaal van de afgelopen tien jaar en een prognose geeft op prijsontwikkeling als de productie eens zou krimpen. Onzinnig? Het lijkt me dat de sector het LEI juist nodig heeft voor die spraakmakende prognoses en vlijmscherpe analyses. Daar kan een instituut de praktijk een dienst bewijzen.