Iedereen weet dat de groenten- en fruitsector zo lekker bezig is met duurzaamheid.
Nou ja, iedereen. Iedereen in het tuinbouwwereldje wel te verstaan. Daarbuiten weet niemand iets over hoe goed we zijn in duurzaamheid (weet men überhaupt wel iets over ons te zeggen?). De vraag is nu of we daar wat aan moeten veranderen.
De afgelopen week heb ik twee bijeenkomsten meegemaakt over duurzaamheid. Eén van de conclusies was dat consumenten niet op duurzaamheid zitten te wachten. Het gaat hen om de vier G’s: genieten, gemak, gezond en goedkoop. Als je wat met duurzaamheid wilt, dan moet je het aan één van deze vier G’s verbinden. Bijvoorbeeld door het te verbinden aan Gezondheid, immers, voedselveiligheid is ook een vorm van duurzaamheid zo blijkt. En het heeft ook effect op gezondheid van mensen. Dus ligt daar een kans? Misschien wel.
Maar ik loop toch door te denken over die conclusie dat niemand zit te wachten op duurzaamheid. Consumenten niet, wordt mij dan gezegd. Retailers misschien wel. En maatschappelijke organisaties zeker wel. Want waarom is anders die duurzame viswijzer zo’n succes, veel consumenten (!) gebruiken ‘m. En wel 6 procent van de consumenten kent de groenten- en fruitkalender van Milieu Centraal.
Helaas echter is de visie op een kas van Milieu Centraal net even wat anders dan die van de gemiddelde tuinder. Is het een energievreter of een energieproducent? Idem Co2. En is het waterverbruik de afgelopen 30 jaar per kilo product niet 10 keer kleiner geworden? Horen tomaten in Spanje thuis of is het juist het Nederlandse klimaat dat het meest lijkt op de bergen in de Andes?
Mijn buikgevoel zegt me dat er veel te vertellen is en dat het interessant is voor een behoorlijke groep mensen (Volkskrantlezers?) om er meer over te horen. En daar komt nog iets anders bij. Als je niks vertelt kom je alleen in het nieuws als er wat aan de hand is. En dan zeggen diezelfde deskundigen dat je dan maar meer had moeten communiceren over wat je allemaal goed doet. Dat betekent dus dat je meer moet doen aan ‘reputatiemanagement’. Voor mij is het heel simpel: be good and tell it.
Conclusie: al die mensen in de sector die wat bijzonders doen op het gebied van duurzaamheid bij elkaar brengen. De voorlopers zeg maar. En vervolgens deze mensen een podium bieden naar buiten toe. En dan bedoel ik niet het tuinbouwwereldje maar toch het consumentenwereldje.