Het blijft tobben met prei

Het was vorige week te warm, is het argument voor de recente slechte prijzen in april: voor prei, en voor heel veel andere groenten: In plaats daarvan werd de barbecue opgestookt voor speklappen en hamburgers.

Overproductie

Dat verandert niets aan de structurele tegenwind waarmee de sector te kampen heeft: de 2 vorstperioden in februari en maart zorgden weliswaar voor een prijsopleving die teniet werd gedaan door een druk op de productie en afnemende schoningsprestaties. Het echte probleem zit hem in de overproductie: vorige zomer en najaar was 60 tot 70 ton per hectare geen uitzondering, op een areaal dat nog even wat groter was dan in 2016.

Die uitbreiding is voor een deel te koppelen aan de prijsopleving in januari 2017. Dat was toen goed voor een optimistische stemming, op een moment dat er nieuwe planten besteld moesten worden. Het heeft er alles bij elkaar voor gezorgd dat er eind 2017 nog te veel prei stond om de winter in te gaan.

Frezen

Prei wordt nu in de koelcel gereden, maar tegelijk wordt er ook gefreesd, vanwege problemen met de kwaliteit, onder andere door rode strepen. Volgens een teeltdeskundige zijn langzaam groeiende rassen (als Harston) normaliter het minste vatbaar voor rode strepen, maar dit voorjaar lijkt daar een uitzondering op. Een mogelijke oorzaak is het zachte weer in januari, waardoor de prei vlot kon groeien.

Stoppers en terug in oppervlakte

Veel telers geven aan met de oppervlakte prei een stapje terug te doen, enkelen houden de teelt voor gezien. Wat het effect daarvan zal zijn, is moeilijk in te schatten: de meest extreme schattingen gaan in de richting van 15% tot wellicht 20% krimp. Is de groei dan ook nog normaal, dan kan de productie zo maar substantieel lager uitvallen. Dit is echter een veronderstelling met een hoog mits-gehalte. Voor de komende weken lijkt er weinig verbetering in te zitten.

Prognose: aanhoudend zeer matige prijzen.