Cees Veerman is snoeihard in zijn analyse Herstructurering en ontwikkeling van de glasgroentesector. Het document telt slechts negen pagina’s.
Hij noemt het verbazingwekkend dat een hoogontwikkelde sector die sterk internationaal georiënteerd is en op handelsmissies als paradepaardje wordt gepresenteerd, al jaren in economisch zwaar weer verkeert, en ook niet in staat is om de trends in de consumentenmarkt naar vers en gezond voedsel in een afzetstrategie te gieten. Hij erkent dat de oorzaken van de huidige crisis weliswaar ‘meervoudig en gecompliceerd’ zijn, maar stelt tegelijkertijd dat de sleutel voor de oplossing bij de telers ligt. Hij vindt het absurd het dat de onderlinge verdeeldheid en wantrouwen een verbetering belemmeren.
Neuzen in dezelfde richting
Vlijmscherp dus en voor vijf grote telersverenigingen reden om in de Federatie VruchtgroenteOrganisatie samen op te trekken. De bundeling is een eerste stap in de goede richting. In de coalitie sluiten ook Rabobank en overheden aan. De Rabobank beheert de kluis die hard nodig is om te saneren. Tot nu toe wilde de marktleider officieel niets van structuurbeleid weten. Nu worden toch enkele contouren geschetst. Het GMO-beleid hangt als een zwaard van Damocles boven het plan. Het is cruciaal dat de neuzen van alle betrokken partijen én overheid in dezelfde richting staan.
Vertrouwen is nodig
Veerman als aanjager, als sluitstuk van het traject McKinsey. Eindelijk dan na maandenlange gesprekken. Een nieuwe aanpak laat zich niet afdwingen, zoveel is wel duidelijk. Er is vertrouwen nodig. Het begint bij de telers. Zij moeten de weg op naar risicoverkleining, bundeling, kwaliteitsverhoging, versterking van afzetmarkten en ontwikkeling van strategieën. De samenwerking zal ten koste gaan van zelfstandigheid, waarschuwt Veerman alvast. ‘En daar zit de grote angel in het lijf van de sector. Als deze waarheid niet wordt onderkend en erkend, dan zal deze prachtige sector aan de verdeeldheid geleidelijk, maar zeker en vast marginaliseren en verpauperen.’
Hoeveel waarschuwingen heeft een sector nodig?