Met het zogenoemd gebiedsgericht meten, kon Delfland samen met de tuinders het slootwater in polders schoner krijgen. Maar de kunst is om dat vol te houden, ook als na 3 jaar die extra aandacht weer stopt. Heemraad Ingrid ter Woorst denkt dat het kan, door samen te blijven meten.
De zomer van 2018 bracht die van 1976 terug in herinnering. Het was die – tot nu toe – recordhete en -droge zomer die ervoor heeft gezorgd dat de droogte van dit jaar niet heeft geleid tot noemenswaardige waterproblemen voor de tuinders in het Westland en de rest van het gebied van Delfland.
Ingrid ter Woorst van Delfland is daar blij mee en trots op. “Ik was laatst bij een glastuinder in Maasdijk en ik kreeg de duimen omhoog toen ik vroeg of hij de zomer goed had doorstaan. Het Brielse Meer is de zoetwaterbuffer die daarvoor zorgt. De pijp die Delfland na de zomer van 1976 onder de Nieuwe Waterweg door heeft gelegd, van dat meer naar het Westland, is onze lifeline voor zoet water. Door die leiding kunnen we 4 kuub water per seconde onze polders in brengen. Alleen als het nodig is, want het kost energie.”
Lees verder onder de foto‘s
Het extra water was dit jaar nodig. Een bijkomend effect van al het spoelen, is dat het dit jaar misschien wel weer ietsje makkelijker maakt om de dalende trend door te zetten van de gemeten gehaltes gewasbeschermingsmiddelen in het Delflandse oppervlaktewater. Misschien zelfs naar het zogeheten ecologisch omslagpunt.
Lees ook: Kwaliteit oppervlaktewater Delfland verbetert
‘Tuinders waren zich niet bewust van lekkages’
“De trend is inderdaad dalend. Wat daarbij enorm heeft geholpen, is het zogeheten gebiedsgericht meten per polder. We zijn nu begonnen in de 13e polder. Wat ons erg heeft verrast, is dat behalve in de polders waarin extra is gemeten en bijvoorbeeld stikstof in het water met 50% is gedaald, ook in de andere polders stikstof met 27% omlaag is gegaan.”
“We denken dat dat komt doordat we samen met LTO Glaskracht en Nefyto zoveel aandacht hebben gegenereerd voor die lekkages waarvan de tuinders zich totaal niet bewust waren. Dat tuinders hun eigen bedrijf nalopen op punten waar ongemerkt water naar buiten lekt, dat heeft heel veel winst opgeleverd. Wat daarbij ook opviel was dat er geen verschil werd gemeten tussen gebieden met meer oude of nieuwe kassen en gebieden met meer bloemen of groente.”
Ingrid ter Woorst (51) is namens de partij Water Natuurlijk bezig aan haar tweede termijn als hoogheemraad bij hoogheemraadschap Delfland. De boerendochter uit Rietmolen (op de grens van de Achterhoek en Twente) woont sinds 1990 in Delft en werkte in de gemeente Midden-Delfland. De afgelopen zeven jaar heeft ze als hoogheemraad (zeg maar waterwethouder) bij Delfland glastuinbouw in haar pakket. De laatste drie jaar is ze ook bestuurder bij de Unie van Waterschappen. – Foto: Guus Schonewille
Waarom niet veel eerder begonnen met deze manier van werken?
“Vanuit de belangen van de ondernemers denken, samenwerken en zo gedrag positief beïnvloeden, is voor ons relatief nieuw. Als waterschap zijn wij natuurlijk al eeuwen in eerste instantie gericht op de techniek, wij hebben vooral verstand van pompen en gemalen. Maar bij het verbeteren van de waterkwaliteit heb je mensen nodig, samenwerking en vertrouwen.”
“Wat we nu zien is dat in de eerste polders, waar we na 3 jaar intensief gebiedsgericht meten weer met dat programma stoppen, de gehaltes toch weer gaan oplopen. Ga dan door, kun je zeggen, maar het brengt wel de nodige kosten met zich mee: per jaar kost het Delfland € 900.000 extra.”
Zo’n flinke investering mag dan ook wel langer dan de loop van het project wat opleveren.
“Hoe we in de polders ook na beëindiging van die 3 jaar gebiedsgericht meten de positieve trend toch kunnen vasthouden, dat laten wij onderzoeken door gedragswetenschappers van de Universiteit Nijmegen. Wat zou kunnen werken is de tuinders, die zelf hun waterkwaliteit meten – participatief monitoren noemen we dat – en die goede cijfers kunnen overleggen, te belonen, bijvoorbeeld door met een bord te laten zien dat het bij hun goed zit. Ook een link met PlanetProof kan helpen.”
Strak handhaven als iemand de mist in gaat, helpt natuurlijk ook.
“Behalve die onopgemerkte lekkages, waren en zijn er helaas nog steeds bewuste lozingen. Dat is goed te zien aan piekbelastingen en die kunnen we met nieuwe middelen ook beter in de gaten houden. Zo hebben wij tegenwoordig een soort onderwaterdrone, de Platypus (genoemd naar het gelijknamige Australische eieren leggende waterzoogdier, red.), die door de sloten gaat en zo snel en nauwkeurig in een groter gebied mobiel metingen kan verrichten.”
Lees verder onder de video van de droneboot Platypus
“De metingen van de drone leveren opnames op waarop je exact kunt zien waar een vervuiling piekt en waar gehaltes lager zijn. Tot op adresniveau dus. Dat helpt om het probleem helder en inzichtelijk te maken: één lozing kan al grote gevolgen hebben.”
Het is een soort oneerlijke concurrentie als je buurman er een rommeltje van maakt, terwijl jij je aan de regels houdt
“De branche zelf vraagt ook om handhaving. Want het is toch een soort oneerlijke concurrentie als je buurman er een rommeltje van maakt, terwijl jij je aan de regels houdt en bewust omgaat met de waterkwaliteit. Dus als wij een bewuste lozing tegenkomen dan handhaven wij natuurlijk.”
Na de relatief positieve cijfers over 2017, is 2018 best spannend als het gaat om de vergelijking van de waterkwaliteit met die van voorgaande jaren. Het feit dat er dit jaar veel water uit het Brielse Meer is aangevoerd, kan de waarden in gunstige zin beïnvloeden.
“Daar kunnen de cijfers tegenvallen. Maar, ik ga ervan uit dat dat effect binnen de perken blijft. Want door de nieuwe aanpak werken wij als hoogheemraadschap veel meer samen met tuinders, in plaats van dat we tegenover elkaar staan. Wij hebben daar ook allemaal belang bij. Schoon en gezond water is voor iedereen belangrijk. De tuinders willen geen meststoffen verspillen en ze willen het imago van de branche niet schaden. Het levert ook minder gedoe op in het toelatingsbeleid van middelen. Dat wij nu nog steeds een verboden middel als dichloorvos meten, dat helpt dan natuurlijk niet.”
Publieke opinie
Want ja, met dat soort metingen en onverhoopt weer omhooglopende grafieken klopt ook de publieke opinie aan de deur. Iets wat ze in Delft overigens wel gewend zijn. De dijkgraaf, hoogheemraden en hun mensen houden namelijk nog altijd kantoor in het eerbiedwaardige eeuwenoude pand aan de Oude Delft. In het deel waar dit interview plaatsvindt, waant men zich terug in de Gouden Eeuw. Tientallen keren per dag staan toeristen aan de historische deur te morrelen om te zien of ze een kijkje binnen kunnen nemen. Ook terwijl ons gesprek gaande is.
Door de waterschapsverkiezingen worden mensen hopelijk weer even doordrongen van het belang van ons werk
“Ik zou de deur best wat vaker open willen doen. Zeker met het oog op de waterschapsverkiezingen in maart. Dan kunnen mensen zien dat wij zowel traditie als innovatie hoog in het vaandel hebben. Dat zie je terug aan ons kantoor: naast het historische hart werken wij in een modern en duurzaam pand. Door de waterschapsverkiezingen worden mensen hopelijk weer even doordrongen van het belang van ons werk.”