Er zijn niet te veel paprika’s, want ze worden nog steeds allemaal verkocht.
“Eén euro mevrouwtje”, zegt de marktkoopman, die een paar jaar geleden nog tot beste groenteman van Nederland werd gekozen, tegen me terwijl hij een verpieterd stoplicht omhoog steekt. “Het zijn nog Hollandse.” Ik zie een rimpelige gele, een zompige rode en een bont verkleurde groene voor mijn ogen bungelen. Minstens drie weken bewaard. Wat een trieste aanblik op een koude novemberdag langs een gracht in Leiden. “Het moest niet mogen”, mompel ik terwijl ik door loop.