Johan Doff teelt in Noord-Groningse Uithuizen op 100 hectare spruitkool. Daarvan is eind april al zo’n 60 hectare geplant.
Doff noemt het een bijzonder voorjaar, ouderwets zelfs. “Vanaf half maart zijn we begonnen met planten. We hebben nooit een week kunnen doorplanten, want we regenden er steeds uit. Hier in het gebied is ook best veel waterschade.”
Druk, druk, druk
De aanhoudende nattigheid heeft tot gevolg dat nog geen onkruidbestrijding is uitgevoerd, niet mechanisch en ook niet chemisch. In de laatste volle week van april is het eindelijk mooi weer. “Het is druk, druk, druk. We staan in de startblokken om vanmiddag te gaan planten en deze week gaan we ook schoffelen.” Aan ‘achter liggen’ doet Doff niet, hij verwacht als het zo doorgaat op 7 of 8 mei alle planten in de grond te hebben zitten.
Nog te planten rassen
De rassen die hij nog moet planten zijn Gigantus, Cobelius en Trimstar, maar ook nog Sylvia. “Dat ras is eigenlijk voor vroeg , maar heeft last van inwendig bruin en daarom planten we Sylvia later”, stelt Doff.
Harde muziek en roofvogelgeluiden
Het meeste werk had Doff de afgelopen tijd aan het verjagen van ganzen. Hij heeft één perceel van 10 hectare met veel schade. Hier heeft hij planten bij gepoot en vervolgens allerhande schrikbeelden toegevoegd. Gebruikelijke afweermiddelen werken volgens hem niet meer voldoende, bovendien is de ganzeninvasie enorm. Hij vervolgt in rap Gronings: “Alsof hun smaak is veranderd. Het zijn er duizenden. Er staan nu naast knalapparaten, linten en poppen ook wagens en kiepers en minstens vier soorten geluiden. Van harde muziek tot roofvogelgeluiden. Je kunt het allemaal niet bedenken, maar nu durven ze niet meer.” De toepassing van wilddoek en/of net vindt Doff geen optie. “Dat is niet milieuvriendelijk en niet duurzaam.”
Auteur: Marga van der Meer