De kans op nieuwe muizenplagen is groot. Het is zaak de schade ervan te beperken. Een Early Warning System en een scala aan preventieve maatregelen moeten voorkomen dat muizen in de toekomst vaker voor grote problemen gaan zorgen.
Dat zijn de belangrijkste bevindingen in het muizenrapport van ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga, dat maandagochtend in het Friese Koufurderrige werd gepresenteerd. (Download het rapport.)
De open Friese klei- en veelandschappen zijn zeer ontvankelijk voor muizenuitbraken. Een Early Warning System en een serie preventieve maatregelen moeten voorkomen dat er zich in de toekomst weer muizenplagen van grote omvang voordoen. “Tijdens de piek van een muizenplaag zijn er nauwelijks maatregelen opgewassen tegen de fenomenale reproductie van de muis”, aldus Eddy Wymenga. Alleen het onder water zetten van percelen is een effectieve manier gebleken om een gat te slaan in de populatie en de dieren tijdelijk te verdrijven.
Early Warning System volgt ontwikkeling muizenstand
Volgens Wymenga is het van cruciaal belang in een vroeg stadium de vinger aan de pols te houden. Met een op te zetten Early Warning System (EWS) moet de ontwikkeling van de muizenstand actief worden gevolgd. De roofvogelstand en het broedsucces van roofvogels zijn volgens Wymenga belangrijke indicatoren voor het ontstaan van een plaag. “Roofvogels hebben als eerste door dat er veel muizen zijn. In het najaar van 2013 waren er nog ongewoon veel kerkuilen aan het broeden. In het voorjaar van 2014 werden op boerengrond 50 broedparen van de velduil geteld. Dat was zeer ongebruikelijk. Het waren belangrijke signalen voor de muizenuitbraak.”
Altenburg & Wymenga heeft in het muizenrapport een voorzet gegeven voor de opzet van een EWS. Het is aan de agrarische sector om dit verder op te pakken, zo zegt landbouwgedeputeerde Johannes Kramer van Provincie Fryslân. “Als opdrachtgever van het onderzoek willen wij daar in meedenken. Maar de sector moet het stokje nu overnemen.”
Zelf aan de slag met preventieve maatregelen
Naast het EWS kunnen boeren zelf aan de slag met preventieve maatregelen. Voorbeelden daarvan zijn het verhogen van de waterpeilen, het inzetten van beweiding, minder diep injecteren van mest, strategisch inzaaien van mais (percelen mais fungeren als brandgangen), intensiever maaien van bermen en waterkeringen, het bevorderen van predatoren door nestkasten op te hangen en voorkomen dat gras lang de winter in gaat. “Samenwerking op gebiedsniveau is cruciaal voor een effectieve aanpak”, aldus Wymenga.