De lopende reclamecampagne van Albert Heijn gaat over het vinden van meer eetmomenten met groente en fruit. Met vreemd genoeg toch een clichématig groenteonvriendelijke insteek.
“Kinderen haten groente.” Dat is kort gezegd de reflex waar we met zijn allen met een paradoxale graagte aan toegeven. En waarom? Omdat die reflex er al decennialang bij ons in is gestampt. Media en reclamemakers brengen het alsof het een onomstotelijk feit is, een natuurwet. AH doet dat nu ook weer: alvorens in zijn laatste reclamespotje te laten zien hoe je een boterham met pindakaas wat sappiger kunt maken met plakjes komkommer erop of een boterham met kaas met plakjes tomaat, moet er eerst nog even worden benadrukt dat je kind een bord met broccoli erop voorschotelen ‘elke keer weer een dingetje is’. Dat krijg je er alleen in als je langer opblijven of een extra groot toetje belooft.
Lollig doen over spruitjes en broccoli
Ja, óf als je er niet het standaard recept op loslaat van 20 minuten koken en op dat bord ermee. Dat weet AH natuurlijk ook wel, want de Allerhande staat al sinds 1954 vol met uitstekende recepten, die de uiteenlopende smaken van groente en fruit eer aandoen. Waarom dan toch weer lollig doen over spuitjes en broccoli? Alsof je daar de verkiezingen mee wint. Vraag maar aan president George Bush senior, die van Bill Clinton verloor, jawel mede doordat hij zoveel Amerikaanse broccoli-liefhebbers van zich vervreemdde.
De werkelijke onomstootbare feiten
De werkelijke onomstootbare feiten zijn dat groente en fruit de gezondste producten van de land- en tuinbouw zijn, dat groente en fruit de favoriete producten van vrijwel alle sterrenchefs ter wereld zijn en dat groente en fruit in handen van een goeie kok dus ook de lekkerste onderdelen zijn van elke maaltijd. Ook dus van dat extra grote toetje dat dat fictieve kind van de fictieve AH-filiaalmanager over de streep trekt; want een bakje yoghurt opfleuren met verse stukjes aardbei, dat is natuurlijk een inkoppertje.