Andere eetmomenten kunnen de groenteconsumptie opkrikken. Start-up Groentegoed gaat voor groente als broodbeleg.
Albert van der Veen en Jeroen Schuurman komen niet uit de tuinbouw. Van der Veen Albert van der Veen werkte bij Albert Heijn, Transavia, Kijkshop en Gamma. Schuurman is chef-kok. En ze hebben allebei hart voor groente en voor de gezondheid van hun kinderen. Ze willen met hun start-up Groentegoed consumenten helpen om op een gemakkelijke manier meer groente te eten.
“We zijn allebei vader en hebben een voorliefde voor pure producten. Wat voor gezonds geven we onze kinderen mee op het bord?, vroegen we ons af. Tijdens de lunch gaat het vaak om broodbeleg, zoals smeerworst, smeerkaas et cetera. In onze ogen was daar op gezondheidsgebied nog een flinke verbetering mogelijk.”
Lastig om aan 200 gram groente komen
Tijdens de lunch gaat het vaak om broodbeleg, zoals smeerworst, smeerkaas et cetera. In onze ogen is op gezondheidsgebied nog een flinke verbetering mogelijk. “Veel mensen blijken het lastig te vinden om de kinderen bij het avondeten voldoende groente te laten eten. Verder twijfelen ze over e-nummers.”
We willen het broodje gezond van de toekomst bieden
Vandaar de stap om samen gezonde en e-nummervrije voedselconcepten te ontwikkelen. Met als belangrijkste speerpunt: gezond beleg op brood. “Hiermee helpen we gezinnen om naast de avondmaaltijd ook op andere momenten van de dag meer groente te eten”, aldus Van der Veen.
Spreads populairder dan plakken
Chef-kok Schuurman probeerde in zijn keuken spreads, plakken en strooisels uit. Daarbij kwamen de spreads als beste uit de bus. “Zo hebben we vier jaar geleden de Groentegoed Tomaat American ontwikkeld. Daarna hebben we diverse potentiële afnemers gesproken. Daar werd erg enthousiast op gereageerd op het nieuwe product.”
Daar zijn nieuwe smeersels bij gekomen, zoals Kikkererwt Hennepzaad, Kikkererwt Naturel, Kikkererwt Paprika, Pompoen Roomkaas, Komkommer Groene kruiden, Zoete aardappel paprika Curry madras, Rode kool Rozijn en Choco Pastinaak. Allemaal ook op gewone eters uitgeprobeerd, van oud tot jong, zoals in de kinderopvang.
Spreads bestaan voor driekwart uit groente
De producten van groentegoed bevatten zoveel mogelijk groenten. “Onze Pastinaak Chocopasta bevat 83,5% groente, de Zoete aardappel Curry madras 79%, onze Pompoen Roomkaas 49% en de Tomaat Americain 70%. Als je 50 gram beleg op je boterham smeert, dan krijg je dus ongeveer 35 gram groenten binnen. En naast broodbeleg kunnen de spreads ook worden gebruikt om te dippen. Zo ontstaan er nieuwe momenten om groente te eten.”
“Waar mogelijk gebruiken we B-keuze groente om voedselverspilling tegen te gaan. Helaas lukt dat nog niet bij alle producten, maar wel bij pastinaak, zoete aardappel en pompoen.”
Goed houdbaar door pascalisatie
Ondanks dat er geen conserveringsmiddelen worden toegevoegd, heeft het beleg toch een goede houdbaarheid. “We maken gebruik van pascalisatie, waarmee we conserveren met behulp van waterdruk. Wij bereiden onze producten en vullen ze af. Daarna worden ze naar een ander bedrijf gebracht, waar ze onder een waterdruk tot 6.000 bar worden gepascaliseerd. Hierdoor worden de bacteriën en schimmels inactief, waardoor er een houdbaarheid van vijftig dagen ontstaat.”
Meer klanten meer vraag
Inmiddels is de afzet flink gegroeid. “Onze producten worden onder meer verkocht bij Crisp, Bidfood, Sligro, Gorillas, Landmarkt en Braspa. Ook wordt ons beleg door diverse kinderopvangorganisaties afgenomen.”
Van der Veen merkt duidelijk dat de vraag stijgt. “Steeds meer consumenten kijken op een andere manier naar broodbeleg. Kies je voor een chocopasta die bol staat van de suiker of voor een smaakvolle pasta op basis van pastinaak?”
Groentegoed is met de Choco pastinaakspasta genomineerd voor de KVK innovatie Top 100. “We zijn superblij met onze nominatie. Het is ontzettend fijn om te zien dat onze producten worden gewaardeerd”, zegt Albert van der Veen. “We willen graag nog bekender worden bij consumenten en bedrijven. Daarnaast willen we uitbreiden richting de horeca en de zorg. En natuurlijk blijven we nieuwe vormen van beleg ontwikkelen, zonder onnodige toevoegingen. Ook al gaat het economisch wat minder, we merken dat consumenten behoefte blijven houden aan gezond eten.”