In 2030 is de inzet van biomassa (waaronder resten van groenten en fruit) voor chemicaliën en materialen relatief sterker gegroeid dan de inzet voor energie en brandstoffen.
Dat staat in het overheidsrapport ‘Biomassa 2030: Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030’.
Hoogwaardige verwerking wordt steeds belangrijker en met biomassa als groente en fruit is meer te verdienen om te raffineren voor gebruik van stoffen in voeding, veevoer en chemicaliën dan voor het laagwaardige energie. In de tuinbouw worden daarvoor al initiatieven genomen.
Met name de vraag uit de chemie naar duurzame grondstoffen zal in de periode tot 2030 snel stijgen om de productie te verduurzamen. Toch is ook de vraag naar biobrandstoffen in die periode relatief groot omdat in de transportsector en luchtvaart geen echte alternatieven voor verduurzaming zijn te vinden.
Kansen
De ontwikkeling van biobased toepassingen zoals de productie van hoogwaardige inhoudsstoffen en materialen en het valoriseren van reststromen zijn waardevolle kansen voor de land en tuinbouw. Suikerbiet is voor de Nederlandse landbouw het gewas met de grootste economische biobased kansen voor 2030. Met het afschaffen van de quota voor (biet) suiker en isoglucose (zoetstoffen uit maïs of tarwe) eind 2017 wordt een hogere productie van suiker binnen Nederland en Europa mogelijk. Dit biedt zekerheid en ontwikkelkansen voor de biobased chemie in Nederland.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/