Vergroening van meststoffen voor telers als verwaarding van reststromen van telers is niet langer experimenteel. “Het kan en is economisch interessant”, aldus Dewi Hartkamp van Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland (SIGN). Alleen is de laatste stap in de erkenningsprocedure ernstig vertraagd.
Door de stijging van de kunstmestprijzen is er onder telers in tuinbouw en akkerbouw meer aandacht voor groene en circulaire meststoffen. Een voorbeeld daarvan is het project Green Switch, waarin van dierlijke mest een innovatief vloeibaar meststofconcentraat wordt gemaakt dat geschikt is voor gebruik in glasgroenteteelten. Aangezien dierlijke mest ook gewild is in de rest van de landbouw, ligt een tekort snel op de loer.
Het mes snijdt voor tuinders echter aan twee kanten als alternatieven voor basisbemesting met kunstmest afkomstig zijn van reststromen uit de tuinbouw zelf. Een voorbeeld daarvan is het persen van sap uit het loof van tomaten of komkommerplanten. Sap dat op verschillende manieren (vergisten, anaeroob fermenteren of fermenteren met behulp van micro-organismen) tot circulaire meststoffen voor kan worden verwerkt. Vloeibaar en in voor planten beschikbare vorm, aldus Hartkamp.
Erkenning heel traag
Hartkamp: “Steeds meer tuinders experimenteren om hun eigen reststromen te verwaarden. Recent experimenteren ze om perssap in te zetten als eigen basisbemesting.” Voordat zo’n bewerkte reststroom echter als meststof kan worden ingezet buiten het eigen bedrijf, moet een erkenningsprocedure worden doorlopen. En dat gaat heel traag.
Groene kalimeststoffen van tuinbouwresten voor de akkerbouw zitten al meer dan een jaar in de erkenningsmolen. De toepassing heeft het technische deel van de erkenningsprocedure doorlopen. De laatste stap is publicatie van een update van de de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in de Staatscourant en die stap laat al maanden op zich wachten, aldus Hartkamp.
Half zo duur als kunstmest
Als de erkenning eenmaal gepubliceerd is er voor de open teelten een alternatieve kalimeststof voorhanden, die ongeveer de helft zo duur is als kunstmestkali. En de glastuinders die hun loof zo kunnen afzetten, besparen afvoerkosten van € 35 tot soms wel € 100 per ton als het loof vervuild is.