Greenpeace Nederland heeft zonder toestemming van fruittelers op negen plaatsen in Gelderland, Flevoland en Utrecht 17 grond- en watermonsters genomen op fruitpercelen (appels).
Daarbij vond de milieu-organisatie gemiddeld 14 resten van middelen per monster, alleen is het onderzoek niet te verifiëren door de manier van monstername. Greenpeace wil de namen van de telers wel aan de Nederlandse Fruittelersorganisatie doorgeven, stelt ze desgevraagd.
Voor Greenpeace is het onderzoek reden supermarkten op te roepen meer te doen dan extra residu-eisen op eindproduct. Die eisen leidden vooral tot vroeger spuiten en het wassen van appels. Het fruit wordt misschien schoner, maar de boomgaard niet, stelt Greenpeace.
Het onderzoek is opmerkelijk. De organisatie bracht eerder dit jaar juist een Europees onderzoek naar buiten waarin Nederlandse boomgaarden gemiddeld resten van 1,4 middelen per monster toonden. Greenpeace Nederland zegt dat haar jongste onderzoek een herhaling is van dat onderzoek. “Dat eerste onderzoek is in april uitgevoerd en wij denken dat dit nog voor het spuitseizoen is. We hebben het daarom herhaald, zodat het logisch is dat we meer middelen aantreffen.”
In het rapport ‘Het appelgif valt ver van de boom’ meldt Greenpeace de vondst van resten van middelen die niet meer zijn toegestaan in de teelt van appels en peren. De organisatie sluit illegaal gebruik niet uit. Overigens maakt de organisatie in het rapport wel melding van stappen vooruit door veel telers, maar blijkt dat nog niet voldoende uit schoner fruit in de supermarkten. Op gekochte appels in Nederlandse supermarkten vond Greenpeace resten van drie tot vijf verschillende middelen.