Het Nederlandse oppervlaktewater is nu een stuk schoner dan een halve eeuw geleden. Ook midden tussen de kassen van het Westland. Dat is niet alleen omdat de overheid daar de tuinbouw toe heeft aangezet.
Al sinds de jaren 50 en 60 is het een kwestie van én vooruitlopen op wat Den Haag aan regelgeving bedenkt én nu en dan een duwtje in de rug krijgen. Dat vooruitlopen was een halve eeuw geleden vooral een kwestie van jezelf en je buurman geen schade willen berokkenen. Gewasbescherming was in die tijd namelijk vaak een hachelijke onderneming voor de tuinder of de tuinderszoon die de blaasbalg ter hand moest nemen, toen nog maar al te vaak zonder enige bescherming van masker, handschoenen of pak. Regels van de overheid waren er niet.
Desastreuze gevolgen
En als de buurman zijn luchtramen open had staan terwijl jij met de spullen van Shell, Bayer en Duphar (maar ook van lokale fabriekjes als Asepta in Delft en Orgachemia in Boxtel) aan het spuiten was, dan kon dat in zíjn teelt wel eens desastreuze gevolgen hebben. Dat wou je ook niet.
Steriel water
De tijd dat je uit de sloot kon drinken, ligt in het Westland dus zeker wel tachtig jaar achter ons, als het niet een volle eeuw is. Maar de tijd ligt ondertussen ook achter ons dat de waterbeheerders en de tuinders erover aan het bakkeleien waren om het water voor de tuinbouw zelfs dan maar steriel te maken.
Schoon maar zonder leven
Want, zo lezen we in een interview met LNV-ambtenaar Leo Oprel: “Steriel betekent in het algemeen vrij van bacteriën en dergelijke, maar een andere betekenis is onvruchtbaar. En vandaag de dag ontdekken we geleidelijk weer de kracht van allerlei toevoegingen aan water waardoor de planten beter presteren. Wat ooit gratis door de natuur geleverd werd, voegen we er al zoekend naar de beste oplossing bij.”
Moeite en geld
Oprel werd geïnterviewd voor de website Glastuinbouw Waterproof, een website vol met nieuws over hoe overheid, onderzoek en telers samen kijken naar hoe het allemaal schoner en efficiënter kan. Dat moeten toevoegen van van alles aan het bijna té schone water kost, volgens Oprel, een hoop moeite en geld. “Die plantversterkers en toevoegingen met natuurlijke organismen voeden en prikkelen het immuunsysteem, waardoor de plant geen kasplantje wordt dat gevoelig is voor elke bedreiging, maar zichzelf juist beter kan verdedigen. Weerbaar noemen we dat.”
Gezonde, niet té schone sloot
En dat was nou net wat ooit een gezonde schone sloot te bieden had, de ideale en goedkoopste bron van gietwater waar alles aan leven in zit wat nodig is voor een gezond gewas, behalve de meststoffen natuurlijk. Daar moet natuurlijk water weer geen buffer voor worden, want dat, zo houden overheid en een aanmerkelijk deel van de wetenschap ons voor, is niet bevorderlijk voor een evenwichtige natuurontwikkeling.
Haat, liefde en journalistiek
Tja, overheid aan de ene kant en boeren en tuinders aan de andere kant, dat is altijd al een haat-liefdeverhouding geweest – jazeker, ook liefde. Met de journalistiek er in geval van opvlammende haat soms tussen de twee in gemangeld, zoals de hoofdredacteur van Boerderij en Groenten&Fruit de laatste maanden merkt. Toch heeft dat krachtenspel in de 75 jaar dat Groenten&Fruit bestaat de Nederlandse tuinbouw er niet bepaald zwakker op gemaakt. Dus laten we vooral onze feiten, meningen en kennis blijven delen.