“In de donkere weken na de eerste oogst moesten we ‘lichter’ gaan snijden, terwijl we eigenlijk altijd 40’ers willen oogsten”, zegt komkommerteler Jeroen Verheul in Maarssen.
In week 5 zijn de eerste komkommers gesneden. “Dat waren mooie zware komkommers van 400 gram. Daarna kwam een donkere periode, waarin het moeilijk was om ‘zwaarder’ te snijden. We hebben toen 35’ers en zelfs 30’ers moeten oogsten. Gelukkig waren de prijzen wel goed van de lichtere komkommers.”
Van de beide rassen, Springfield en Proloog, ging de overgang naar de rankvruchten goed
Minder plantbelasting
De vruchten bovenin de stam waren door minder plantbelasting weer zwaarder. De 5 stamvruchten zijn in 2,5 week geoogst. De kwaliteit van de komkommers is goed. Verheul: “Van de beide rassen, Springfield en Proloog, ging de overgang naar de rankvruchten goed. In het begin waren dat door goed weer ook 40’ers, maar door een gewas vol met vruchten zijn we weer lichtere komkommers gaan snijden om de plant te ontlasten en lucht te krijgen.”
Dat was ook nog het geval in week 10 met sneeuw en kouder weer, waardoor het geen groeizaam weer was. Het gewas van beide rassen is heel open. “We willen geen volgegroeid gewas hebben.”
Eén spintplek in de gaten houden
Op één plek is spint gesignaleerd. Hier zijn extra roofmijten Phytoseiulus persimilis uitgezet. “We houden deze plek goed in de gaten en zien dat de roofmijten er gelijk op zitten. Het is in balans. Voor alle zekerheid hebben we extra roofmijten uitgezet.”
De komkommerteler overweegt wel om preventief Frupica tegen Mycosphaerella te spuiten. “Omdat we rassen telen die tolerant tegen meeldauw zijn en daar niets meer tegen gespoten hoeft te worden, ligt Mycosphaerella op de loer.”
Voldoende drain hebben
Bij elke 60 Joules wordt een druppelbeurt van 100 cc gegeven. De EC van de gift is 2,8 mS/cm. In de mat is deze rond 4 mS/cm. “De EC in de mat is iets hoger dan in het begin van de teelt, maar dat is niet erg. Want een hogere EC geeft een beter kleur aan de komkommer en dat komt de kwaliteit ten goede.”
De teler wil voldoende drain hebben. Bij donker weer 30% en bij zonnig weer 45%.
Als het vochtgehalte niet boven de 85 procent uitkomt, mag het bij zonnig weer 27 graden Celsius in de kas worden
Luchtingstemperatuur in de gaten houden
“We houden de luchtlijn nu goed in de gaten, zodat de temperatuur in de kas niet te veel stijgt. Als het vochtgehalte niet boven de 85 procent uitkomt, mag het bij zonnig weer 27 graden Celsius in de kas worden”, aldus de teler.
Bij zonsopgang staat de stooktemperatuur op 20 graden voor het opstoken en de luchtingstemperatuur op 23 tot 24 graden ingesteld. Deze mag dan langzaam oplopen naar 27 graden bij een optimaal vochtgehalte van 80 tot 85 procent. “Het is wel zaak om het schermdoek eerder open te doen als het warmer wordt. Het vocht condenseert dan tegen het glas.”
Auteur: Harry Stijger