Over het ras wat hij nu onder handen heeft is Egbert Selles in IJsselmuiden dik tevreden, maar totaal niet over de prijsvorming van de witlof die dat oplevert.
“Het loopt niet. Tot begin januari liep het goed, sindsdien is het teleurstellend. Ik weet niet waar het aan ligt,” is wat hij er eind week 5 over kwijt wilde.
Schuiven met rassen
Tot in de derde week van januari werkte hij met het ras Atlas, en sindsdien met het ras Topscore. “Ik heb het voor de eerste keer, en dat bevalt prima.” Om ruimte te maken voor Topscore is hij wat eerder gestopt met Atlas, en is het volgende ras Ombline wat naar achteren geschoven. “De wortels van Topscore zijn wat fijnachtig, dat is misschien maar goed ook want er kunnen enorme kroppen op groeien. We produceren nu wat meer lang lof, met een stuksgewicht van gemiddeld 200 gram. Lang lof mag wel, maar nu even niet, want die maat levert nu minder op dan kort lof. Daar staat tegenover dat de wortels tussen 3¼ en 4 centimeter bijna hoofdzakelijk kort grof geven, dus geen kroppen van middelmatige dikte zoals je zou verwachten. Dat is dan weer gunstig.
Je kunt in de cel wel wat sturen om de maat te beïnvloeden, maar dat is lastig. Eerder oogsten kost productie. We proberen de groei wel wat te termperen. We starten nu op 18 graden watertemperatuur, gaan naar 16 graden op de tiende dag en 14 graden op het eind.” Selles heeft de na Topscore volgende Ombline al vaker gehad. “Die zijn we nu aan het opzetten. We hebben hem in al een proeftrek staan, dat ziet er goed uit. Vintor is over een week of 7 aan de beurt. “
Probleem aan de kant
In zijn vorige bijdrage meldde Selles nog dat de robot voor het afstapelen en neerzetten van de trekbakken en het automatische transportsysteem in zijn nieuwe trekkerij nog niet helemaal lekker gingen. “Dat loopt nu goed, sinds nieuwjaar, ze hebben de boel nog eens afgesteld, probleem aan de kant.”