Er lijkt in Nederland voor groente en fruit een tweedeling te ontstaan in het Europese subsidiestelsel. En als milieu-inspanningen bepalend worden voor subsdie, is PlanetProof dan, net als biologisch, genoeg voor de hoogste beloning?
Er is in Nederland iets vreemds aan de hand. Glasgroente kan profiteren van Europese GMO-subsidie, terwijl fruit meer aangewezen lijkt op die andere EU-regeling: hectaresteun. Omdat GMO ook collectieve investeringen steunt, raakt dit de coöperatieve wereld. Het zet klassieke coöperaties met fruit op achterstand. Beide regelingen (GMO en hectaresteun) gaan overigens behoorlijk op de schop. Hoe zit dat?
GMO meer voor groente dan voor fruit?
De glasgroentecoöperatie Growers United is een nieuwkomer in de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO). Die andere glasgroentespecialist, Harvest House, besloot recent ook een aanvraag te doen voor GMO, om innovatie en duurzaamheid met EU-gelden aan te jagen. Fruitveiling Zuid-Limburg nam door de fusie met FruitMasters juist definitief afstand. Is GMO daarmee meer voor groente geschikt dan voor fruit? Daar lijkt het wel op.
Schending van de leveringsplicht
Een belangrijke reden is het risico op boetes voor schending van de leveringsplicht. Voor de erkenning als officiële producentenorganisatie is het aantonen van de leveringsplicht door een lid namelijk cruciaal. Voor fruit is dat lastiger. Producties kunnen bij de leden jaarlijks en onderling sterk variëren door beurtjaren, hagel, et cetera. Dat zegt Wim Rodenburg, beleidsmedewerker bij GroentenFruit Huis, onder meer verantwoordelijk voor producentenorganisaties en dossiervoerder GMO namens koepel DPA. “Bij trostomaten produceert iedere tomatenteler deze week 2,5 kilo per vierkante meter. Dat is dus veel eenvoudiger.”
Praktische bezwaren FruitMasters
Neem FruitMasters: ook voor 2022 zal deze fruitcoöperatie geen aanvraag doen voor GMO-ondersteuning. Dat doet pijn, zegt financieel directeur Sjors Kruiper. Ook de fusie met Fruitveiling Zuid-Limburg verandert daar niets aan. Een fusie maakt in principe een hogere GMO-ondersteuning mogelijk.
Meer drempels
Het zijn praktische bezwaren die de doorslag geven bij FruitMasters. Naast de leveringsplicht ziet Kruiper meer drempels. Als voorzitter van de internationale organisatie voor clubrassen EFC weet hij wat de landenverschillen zijn. In Nederland legt men het woord ‘to improve’ uit als ‘innoveren’ Zo valt een nieuwe verpakkingsrobot hier niet onder GMO, omdat deze alleen gezien wordt als kostprijsverlagend. In Duitsland en België is die uitleg ‘verbeteren’, waardoor een geheel ander toetsingskader ontstaat. Toch bewijst Growers United dat het in Nederland mogelijk is innovatieve verpakkingslijnen te bouwen met GMO-steun.
Harvest House
Ook Harvest House besloot in juli met GMO haar groeistrategie te realiseren. De veelal ex-FresQ-telers vallen daarmee opnieuw onder GMO. FresQ is de telersvereniging die ten onder ging aan GMO-problemen en terugvordering. Sindsdien wordt GMO als risicovol gezien. Ook dat speelt een rol bij het besluit van FruitMasters.
Risicomaatregelen maken verschil
Hagelnetten zijn een andere ergernis voor Kruiper. Die fruitteeltvoorziening zit in Nederland niet in de GMO-regeling, in België wel. In Nederland is de premie op hagelverzekeringen wel subsidiabel. Kruiper: “Voor het streven naar kwalitatief goed fruit en continuïteit is een hagelnet absoluut noodzakelijk. Dat verstevigt je positie in de afzet, omdat het je volume beschermt.” Door de brede weersverzekering kunnen fruittelers toch (gesubsidieerd) een polis afsluiten, buiten GMO om.
Dat Nederland de regeling meer wil sturen naar risicobeheersing en vergroening, geeft de organisatie nog niet veel vertrouwen voor de toekomstige haalbaarheid van GMO. FruitMasters wacht de uitwerking van de plannen voor 2023 voorlopig af.
Groene lat GMO-gelden gaat omhoog
De toegenomen vergroeningseisen in het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zullen in 2023 ook op de GMO groente en fruit impact hebben, verwacht Rodenburg, “Wij verwachten dat meer acties dan voorheen in het operationeel plan van de productentenorganisaties een ‘milieukarakter’ zullen moeten hebben. We hebben gehoord van een toename van 50% ten opzichte van het huidige.”
De overheid is al in gesprek geweest met de sectoren over invullingen van het GLB. Rodenburg was daarbij. Hij kent de procedure met eerst opnieuw Europese discussies. De uiteindelijke wetsteksten met onderdelen voor groenten en fruit worden dit najaar verwacht.
Invloed sector houden
Om te zorgen dat de eisen niet over de hoofden van de telers heen schieten, poogt de sector invloed uit te oefenen. In Europa, maar ook in Nederland. Voor groente en fruit verdwijnt de eigen nationale strategie. De uitvoering komt in één nationale strategie, landbouwbreed dus. Toch houdt de groente- en fruitsector haar invloed op zo’n nationale strategie, verwacht GroentenFruit Huis. Het Europese budget voor de groente- en fruitregeling GMO is in ieder geval redelijk gelijk gebleven.
Animo glasgroenteorganisaties neemt toe
Na een dieptepunt in 2018 lijkt in Nederland de animo voor GMO-deelname weer toe te nemen, maar dan vooral dus bij glasgroenteorganisaties. Rodenburg denkt dat Nederland over het dieptepunt heen is. “Sinds 2019 is een lichte toename te zien van het aantal producentenorganisaties met een operationeel plan. Wij verwachten ook in het komende jaar dat er weer producentenorganisaties zullen instappen in de regeling.”
Een versoepeling van de GMO-regels eerder dit jaar bracht meer zekerheid over 100% dochterondernemingen binnen coöperaties. Rodenburg: “De hoge administratieve lasten zien we daardoor wel wat dalen, maar nog steeds kent de regeling een hoge administratieve last.”
‘Bij GMO zit de duivel in de details’
Hoe de subsdieregeling GMO voor groente en fruit er na herziening uit ziet? Luc Vanoirbeek, algemeen secretaris van koepel VBT voor Belgische afzetorganisaties, moet dat nog zien. Er is het befaamde EU-compromis over het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarin staat vast dat 15% van de GMO-programma’s om milieu-investeringen moet draaien en 2% om innovatie. Het zal afhangen van de verdere uitwerking of dat zwaar zal vallen bij telers en veilingen. Vanoirbeek: “Wat mogen we daaronder inbrengen? Zijn dat duurzame verpakkingen? Dan is dit een passende actie voor de teelt.” De norm van 2% voor innovatie lijkt weinig, maar de Belgische veilingen hebben € 1 miljard omzet. “Dan is aan GMO maximaal € 41 miljoen beschikbaar en daarop is 2% toch veel geld. Ook hier zal het afhangen hoe dat verder ingevuld wordt.”
In verschillende comités zullen de lidstaten komend najaar de verdere wetteksten uitwerken. De Vlaamse overheid kan er vervolgens een eigen strategie uithalen met het keuzemenu. Vanoirbeek verwacht dat de Vlaamse overheid verder wil op de huidige route met GMO, maar beseft ook dat Europese verduurzamingsprogramma’s als Green Deal richtinggevend worden. De Belgische bestuurder is ook voorzitter van het comité groenten en fruit van de Europese koepel Copa-Cogeca. Het verschil tussen lidstaten bij uitvoering van GMO-regels zal niet kleiner worden, denkt hij.
Open teelten: ‘gouden’ beloning vergroening?
Voor open teelten is de GLB-hectaresteun relevant, maar kan ook naast GMO-steun genoten worden. Voor de bedekte teelt is die hectaresteun niet mogelijk. Ook dat GLB-instrument hectaresteun moet na 2022 aanzienlijk groener zijn. Telers maken vanaf 2023 pas aanspraak op hectaresteun voor duurzame landbouw als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Daarboven kiezen zij zelf voor andere eco-activiteiten die passen bij hun bedrijf. Zij ontvangen zo doelgerichte betalingen voor activiteiten die zij uitvoeren.
Gemopper
De wijzigingen leiden tot gemopper. Vergroeningseisen zullen steeds verder opgevoerd worden, is de vrees van ondernemers. Op een LNV- seminar begin juli probeerden Rabobank en LTO daarom vooral de kansen te onderstrepen. Dirk Duijzer, directeur agri en food van Rabobank, wees erop dat telers straks echt met anderen kunnen optrekken in betaalde groene diensten. LTO-voorzitter Sjaak van der Tak noemde het stelsel ‘een mooi keuzepakket dat ruimte geeft om vanuit inspiratie en ondernemerschap aan de slag te gaan.’
Heldere Nederlandse keuzes
Door critici is ook gewezen op de complexiteit van het nieuwe GLB-stelsel. Maar Nederland mag eigen keuzes maken. Nederland maakt duidelijke keuzes, zo lijkt het voorlopig. Veel Nederlands beleid voor emissies is al vastgesteld. Dat beleid blijft zo. Duidelijk is ook dat minister Carola Schouten regels over hoe om te gaan met personeel niet meeneemt in de Nederlandse GLB-strategie, maar wel regels over risicobeheersing en kennisontwikkeling.
De wijzigingen kunnen overigens allemaal niet als een verrassing komen. Boeren en tuinders kregen sinds 2019 de kans mee te praten over wat de beste duurzaamheidsmaatregelen op hun bedrijven zijn. Dit meepraten gebeurde ook via pilots, zodat de eisen inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering tegen minimale administratiekosten. Uit de pilots op www.toekomstGLB.nl blijkt dat vooral landbouwbedrijven meedoen. Bij de GLB-pilot Groen, productief en levend Limburg was een aantal fruittelers actief. Zij testten mechanische bestrijding van onkruiden in hun boomgaard in plaats van chemische gewasbescherming.
PlanetProof voor goud?
Feitelijk komt de beste praktijkervaring voor vergroening uit keurmerken als On the Way to PlanetProof. De inzet van telers voor dit keurmerk wordt ook gewogen tegen de vergroeningseisen uit Europa. Is het genoeg voor een beloning? In deze maand van Olympische Spelen valt namelijk een ander voorgenomen element van de beloning op. Wanneer een teler eco-activiteiten onderneemt, wordt hij uitbetaald op drie niveaus: brons, zilver of goud. De teler kan namelijk zelf kiezen welke maatregelen hij wil treffen. Duidelijk is al dat biologische telers op het hoogste uitbetaalniveau kunnen rekenen (goud). Interessant wordt hoe hoog PlanetProof wordt ingedeeld. Biologisch en PlanetProof scoren in onderzoek van MilieuCentraal even hoog op milieu. Of PlanetProof ook voor GLB even hoog wordt gewaardeerd als biologisch, is nog onduidelijk bij de uitvoerder Stichting Milieukeur.