Inzet van GMO-geld op individuele bedrijven heeft nadelen boven de collectieve inzet voor de afzetorganisatie.
Het geld kan daardoor beter niet ingezet worden op individuele bedrijven. Dat is een advies van Wageningen Universiteit na onderzoek naar de inzet van GMO en de knelpunten in Noord-Europese landen.
GMO-inzet op individuele bedrijven zorgt voor onzekerheid. Wat gebeurt er met de investering als bedrijven failliet gaan? Bovendien leidt die inzet tot concurrentie tussen leden en tot shop-gedrag van telers.
De schaalgrootte van de bedrijven in Noord-Europa leidt er bovendien toe dat de organisatiegraad in Nederland terugloopt. Deze grote bedrijven willen in toenemende mate zelf de afzet doen. Dit strookt niet goed met de GMO-voorwaarden, al reiken de onderzoekers hiervoor geen oplossingen aan.
Wageningen Universiteit deed onderzoek naar de GMO-toepassing in Noord-Europa in opdracht van de Nederlandse overheid. Recent maakte staatssecretaris Sharon Dijksma al bekend dat ze voorstellen gaat doen voor versimpeling. Die voorstellen zijn gebaseerd op het onderzoek van Wageningen Universiteit. De onderzoekers doen daarin een reeks voorstellen.
Zo zou de EU niet langer een lijst van toegestane milieumaatregelen moeten afgeven, maar een lijst met niet-toegestane maatregelen. Dat leidt tot meer innovatie. Ook komt samenwerking tussen telers uit verschillende landen in één afzetorganisatie niet goed van de grond. Om de extra kosten van overhead te compenseren zouden deze organisatie meer steun moeten ontvangen.