‘Glastuinbouw legt personeelsbeleid onder loep’

Dat kwam op 19 januari aan de orde op een webinar georganiseerd door KasGroeit, in samenwerking met Glastuinbouw Nederland en de onderzoekers van Tilburg University. Veel van de voorbeelden die derdejaars student Wouter van Koppen (zelf al sinds zijn dertiende als vakantiewerker aan de slag in Westlandse kassen) bij 9 glastuinbouwbedrijven aantrof, laten zien dat de sfeer op het bedrijf goed moet zijn.

Een gezellige kantine telt ook mee voor werknemers. -Foto: Bert Jansen

Voorloper vergeet personeel niet

De 9 bedrijven die mee deden aan het onderzoek, zijn bedrijven die om allerlei andere redenen als voorlopers gelden. Dus niet per se vanwege hun vooruitstrevende personeelsbeleid. Toch zal er vast wel een verband zijn. Ondernemers die zich als voorloper weten te positioneren, zijn doorgaans mensen die wat verder kijken.

Dat deze tuinders dus niet zomaar hun padregistratie als effectief en efficiënt opjaagsysteem inzetten, lijkt me logisch. Dat ze al wat langer zien aankomen dat door vergrijzing en ontgroening van de beroepsbevolking de arbeidsmarkt krapper wordt, en daar ook écht wat aan proberen te doen, ook.

Het is zaak om toch vooral door te gaan met werken aan het imago van de sector als geheel

Wát het nou precies is waardoor die voorlopers in de tuinbouw het ook als werkgever misschien net wat beter doen, dat is op zich goed om arbeidswetenschappelijk te laten doorlichten. Daar kan dan iedereen zijn voordeel mee proberen te doen. Maar zoals zoveel in het leven is het uiteindelijk inderdaad een kwestie van sfeer, van gevoel en van wat de ene mens van de ander doet verschillen.

Blijven knokken voor beter sectorimago

Tegelijkertijd is het ook zaak om toch vooral door te gaan met werken aan het imago van de sector als geheel. Hoe weinig dat soms ook lijkt op te schieten. Op zoek naar een onderzoek door TNO Arbeid, eind vorige eeuw – over de voor die onderzoekers toen kennelijk verbazingwekkend góéde sfeer op het gemiddelde glastuinbouwbedrijf – vond ik dit rapport. Ogenschijnlijk nog met een handtypemachine getikt. En qua cijfers nogal gedateerd. Maar de in de inleiding geschetste vooroordelen, die echoën nog steeds door.