Glasgroentesector voelt naweeën Ehec-jaar

De telersverenigingen kunnen voor dit jaar minder GMO-subsidie ontvangen, omdat deze berekend wordt over de omzet van 2011, het Ehec-jaar.

Dat betekent dat het omzetverlies in 2011 opnieuw gevoeld wordt door lagere GMO-subsidie. Dat blijkt uit een circulaire van het Productschap Tuinbouw en wordt bevestigd door het PT en koepel DPA.



Er is dan ook niet geprobeerd om het referentiejaar om te zetten, meldt koepel DPA. Die mogelijkheid is er wel. Nederland berekende de maximaal aan te vragen GMO-subsidie eerst op het voorgaande jaar, maar dat is juist terug gezet naar twee jaar voorafgaand, omdat berekening over ‘het voorgaande jaar’ tot uitvoeringsproblemen leidde. Voor het lopende jaar 2013 is het referentiejaar dus 2011.



Nederland kan dus kiezen voor één of twee jaar tussen het referentiejaar en het lopende GMO-jaar. Een verschuiving van het referentiejaar zou de telersverenigingen miljoenen euro’s aan GMO hebben gescheeld. Het effect van het referentiejaar 2011 is uit te rekenen. Nederlandse glasgroentetelers hebben door Ehec circa 230 miljoen euro omzetschade geleden. De GMO-subsidie is maximaal 4,1 procent van de omzet, of 4,6 procent als de preventiemaatregelen meegerekend worden. 



Het PT laat weten dat het gaat om de maximaal aan te vragen GMO-steun. Die ruimte wordt niet altijd benut, dus is niet te zeggen dat uit de omzetschade van Ehec ook precies de gemiste GMO-steun kan worden berekend.



Volgens DPA zit in de GMO-regelgeving een zekere continuïteit. Die kan niet zo maar doorbroken worden.