Fijn, ik ben weer op vakantie geweest, kom hartstikke verkouden terug, inclusief zieke kinderen … Glamping hebben we gedaan: luxe kamperen.
We hadden een heel grote tent, inclusief keuken en badkamer. Verder vier klamme boxspringbedden met klamboe en een normale tafel met stoelen. We zijn helemaal naar de achterhoek getogen om daar te genieten van de natuur. Manlief had meer verstand; die bleef thuis onder het mom van ‘te druk’. Mijn vriendinnen zijn allemaal op de koffie geweest – 200 kilometer enkele reis – uit nieuwsgierigheid, of ik ben echt een gezellig typetje …
Er was geen zwembad in de buurt, dus ik hoefde me geen zorgen te maken over de kleintjes. Mijn puberdochter had twee vriendinnen bij zich en die kon ik gemakkelijk ontvluchten door naar de boerderij te gaan en daar een terrasje te pikken.
‘Ineens bekruipt me een raar gevoel, waar ken ik dit van?’
En daar zit nou de clou. Een prachtige boerderij, gezellig terrasje, droog, warm, lekkere cappuccino … Ineens bekruipt me een raar gevoel, waar ken ik dit van? Langzaam word ik me ervan bewust dat ik dit thuis allemaal ook heb. Prachtige boerderij, grote afgemaakte tuin met een hoeveelheid aan klimtoestellen, tokkelbaan, zandbakken, tuimelrekken, groot speelgazon, fijn terras en een hulp die het huis poetst. Voorzichtig word ik pissig op mijn oudste dochter die zo hoognodig op vakantie moest.
Bij terugkomst in de tent probeer ik het haar subtiel uit te leggen. “Ja, maar mam, iedereen gaat toch op vakantie?” Klopt dochterlief, maar niet iedereen woont zo mooi als wij. Als de laatste avond een flinke regenbui overtrekt en blijkt dat onze tent alles behalve waterdicht is, pakken we midden in de nacht alles in en vertrekken halsoverkop richting ons Brabantse land. Om drie uur ’s nachts vlij ik me tegen manlief die weer heel blij is ons te zien. Ach, vakantie heeft ook zijn voordelen.