Hoe ziet een gezond eetpatroon eruit, met producten die ook nog op een ‘gezonde’ wijze zijn geproduceerd: met zo min mogelijk impact op klimaat en milieu? Dat begint bij bewustwording van wat je eet en hoe die voeding tot stand gekomen is.
Duurzaam telen is tegenwoordig een veel gebruikt begrip. Maar wat houdt dat in en hoe ga je daar als teler mee om? Op de eerste plaats moet je een product telen dat voldoet aan de eisen van de markt wat betreft kwaliteit en productiewijze en het moet beschikbaar zijn op momenten dat erom wordt gevraagd.
Het teeltresultaat is afhankelijk van veel factoren. De hoogte van de productie bepaalt in grote mate de rentabiliteit, dus of alle investeringen en overige kosten vergoed worden en er ook nog wat verdiend wordt. Maar hoeveel ga je investeren, als je op voorhand niet weet hoeveel je gaat verdienen?
Zorgen voor ‘weerbaarheid’
Gezonde planten leveren de hoogste productie en de beste kwaliteit. Daarvoor is veel gewaskennis nodig en er moet ingespeeld worden op continu variërende de groei beïnvloedende factoren. De behoefte van het gewas aan water en voeding is afhankelijk van het groeistadium, van het weer, verdampings- en opnamemogelijkheden. Het ontstaan van ziekten en plagen wordt ook grotendeels beïnvloed door weersomstandigheden. Maar juist het voorkomen van ziek en zeer draagt bij aan duurzaam telen. Dat begint met het creëren van teeltomstandigheden die zorgen voor ‘weerbaarheid’. Daarvoor is gezond plantmateriaal de basis, aangevuld met gezonde teeltomstandigheden. Dát is dan de basis voor een gezond voedingspatroon.