De eerste trostomaten (ras Merlice) zijn op 25 oktober geoogst bij Solyco, op het nieuwste bedrijf in Berkel en Rodenrijs. Dit is een week eerder dan vorig jaar met dezelfde plantdatum (25 augustus). “Dat komt deels door het warme weer, maar ook doordat we nu wel op tijd konden gaan belichten”, zegt Gertjan van der Spek.
Vanaf 1 oktober gaan alle lampen aan; een capaciteit van 220 umol/sec/m2. De belichtingstijd is nu 16 uur, van middernacht tot 16.00 uur. Daar komen nog 2 uur bij. De eerste 2 trossen zijn door de zomerse hitte onregelmatig gezet en met veel snoeiwerk gefatsoeneerd. “De tomaten van de eerste tros waren wat gevoeliger en verschillend in grootte. De tweede tros ziet er al beter uit.” De eerste trossen kleurden ook razend snel door, omdat ze ook binnen korte tijd gezet zijn.
Witte vangplaten en feromoonvallen
De plaagdruk valt tot nu toe mee, maar wittevlieg begint wel toe te nemen. Vanwege de aanwezigheid van ToCV in de vorige teelt is voor een chemische start van de gewasbescherming gekozen, zoals 4 keer druppelen met het tijdelijk toegelaten middel Verimark.
Om Nesidiocorus te vangen, zijn er witte vangplaten opgehangen. Tegen de Tuta zijn 60 feromoonvallen geplaats (op 7 hectare). “Je vindt ze tot nu toe alleen in de vallen. In het gewas zie je niets.” Vorige week zijn de eerste Macrolophus-roofwantsen uitgezet, een halve per vierkante meter. Om de 15 meter in ieder negende pad is een hoopje op het blad gestrooid en is rondom meteen bijgevoerd.
Vanaf begin oktober gingen er al wekelijks 1,25 sluipwespen (Encarsia en Erethmocerus) in. “Nu wittevlieg toeneemt, wordt dat verdubbeld.”
Mooi in balans
Het gewas staat nu mooi in balans en de zetting is goed. Al vanaf de tweede week na het planten, worden iedere week 2 blaadjes per plant weggehaald en sinds half september ook wekelijks een blaadje uit de kop.
De ingestelde CO2-concentratie van 800 ppm wordt goed gerealiseerd, zoveel mogelijk met OCAP-levering, aangevuld met CO2 uit de wkk. De EC in de mat is nog vrij hoog: 5,5. “Dat is geen probleem. De druppel-EC is ook nog 3,2. Het zorgt juist voor een generatieve sturing en voor betere kwaliteit van de vruchten.”
Pas sinds half oktober is de kwaliteit weer goed
De kastemperatuur staat ingesteld op een nanacht van 17,5 graden, een dagwaarde van 23 en een voornacht van 14 graden. In de voornacht wordt een druppelbeurt gegeven. De eerstvolgende beurt is om 5.00 uur ’s morgens en vanaf 8.30 tot maximaal 15.00 uur wordt op vaste tijden of op stralingssom gedruppeld.
Nummer 1004 voor tros en los
Op de andere belichte tuin (6 ha, met 180 umol/s/m2) ) is op 15 oktober geplant, met de eerste bloei net zichtbaar. Voor de helft staat er het ras Merlice. Daarnaast staat er 6.000 m2 van de vleestomaat Ducovery. 2 hectare (40%) is ingevuld met een nieuwe trostomaat, nummer 1004 van De Ruiter met een vruchtgewicht tussen 130 en 140 gram. “Deze snoeien we op 6 vruchten. We hebben hem gekozen omdat we in de zomer overschakelen op los plukken voor een speciale klant.”
De planten zijn, net als bij de vroege belichte teelt, meteen op het plantgat gezet. “Ernaast zetten, zou voor de generatieve sturing wel beter zijn. Maar de planten zijn zo groot dat ze gemakkelijk omvallen.”
Gewasbescherming steeds complexer
In het begin is een paar keer met zwavel gespoten tegen galmijt en BT-middelen tegen rupsen van Tuta. Eventueel wordt nog Verimark ingezet. Pas rond half november kan worden begonnen met biologie inzetten. De gewasbescherming wordt een steeds grotere puzzel.
Om Tuta te vangen, zijn in de belichte kassen vorige week LED-lampen opgehangen boven waterbakken met zeepsop. “Ik ben er vorig jaar mee begonnen en het werkt goed. De Tuta wordt door het licht aangetrokken en valt bij de landing in het water.”
Tegen galmijt zijn in de oudere belichte kas zwavelverdampers opgehangen (1 per 700 m2). In de nieuwste kas hingen ze al. “Zwavelverdampen is beter voor het gewas en de biologie dan spuiten en het kost minder arbeid.” Nesidiocorus heeft hij niet meer aangetroffen in de belichte teelten, mede door de chemische start. “Maar we hebben wel gemerkt dat je ze rigoureus moet bestrijden voor je met Macrolophus begint.”
Switch naar pruimras Romindo
In de onbelichte kas (4,3 ha, ras Prunus) werden vorige week werden de laatste pruimtomaten geplukt. De lange hete zomer heeft veel productie gekost, met name door neusrot. “Ik heb pas nog de containers geteld. We hebben 4 kilo per vierkante meter weg moeten gooien, ook in de dure periode. Pas sinds half oktober is de kwaliteit weer goed.”
De kwaliteit is de reden om over te stappen op een ander ras pruimtomaat. Voor volgend jaar kiest hij voor het ras Romindo dat dit jaar, als proef tussen Prunus, veel minder neusrot liet zien.
Auteur: Gerard Boonekamp