Bij Kwekerij Schenkeveld staan de belichte kassen weer vol. Op 18 oktober is grove trostomaat Merlice geplant op het bedrijf in Schipluiden. Een week later is het nieuwe bedrijf in Rijsenhout volgezet.
In Schipluiden bloeide vorige week de zevende tros. “Zo te zien hebben we geen narigheid overgehouden uit de vorige teelt”, zegt teeltmanager Berry Baruch. Dat betekent niet dat er niets rondvliegt en kruipt. “Het is bijna standaard dat met de planten voor de belichte teelt ook wittevlieg, Tuta en rupsen meekomen. We hebben voorbehoedend in elk pad rollertraps opgehangen en een Altacor-behandeling uitgevoerd tegen Tuta en rupsen. Tegen wittevlieg zijn meteen zes Erethmocerus-sluipwespen per meter ingezet.”
Biologie in opkweek
Voor het eerst is de biologische bestrijding opgestart bij de plantenkweker. De Erethmocerus-kaartjes zijn daar aan de planten gehangen en vier weken voor aflevering is er omgerekend 1,5 Macrolophus per vierkante meter ingebracht, zodat de planten met ei-afzetting op de tuin kwamen. “In de derde week na planten zagen we de eerste lopen.” Omdat de roofwants nu al over de hele kas is verspreid, worden ze op twee goten per tralie bijgevoerd, om en om afgewisseld per week. “Ik ben erg tevreden met de lage plaagdruk. We zetten meer in dan andere jaren, maar corrigeren kost vaak meer geld.”
De helft stikstof
Een andere wijziging is dat er bewust minder stikstof wordt meegegeven. “Tot nu toe geven we 3 millimol stikstof per liter. Dat is maar de helft van wat we normaal geven.” Om te controleren of de plant voldoende krijgt, worden wekelijks mat- en giftmonsters geanalyseerd en tweewekelijks bladsapanalyses gedaan. “Het gewas staat veel generatiever dan vorig jaar, terwijl het wel meteen op het plantgat is gezet. We hebben nu al voor de tweede week achter elkaar geen blaadje uit de kop gehaald.”
Eerder maximaal belicht
De generatieve ontwikkeling wordt ook veroorzaakt door drie weken met een aanmaak van negentien vruchten per vierkante meter. “We zien dat nu wel terug aan de plant. De kopdikte is nog netjes 10 millimeter, maar je ziet wel meer bladrandjes en wat chlorose.” Toch wil hij de etmaaltemperatuur niet verder terughalen dan 18,5 op donkere en 19 graden op lichte dagen. “De aanmaak zakt al naar twaalf vruchten per week.”
De belichting staat inmiddels op de maximale stand; van middernacht tot 18.00 uur. “We zijn iets eerder opgeschakeld, want met dat weinige daglicht valt het niet mee.” De voornacht van 15 graden wordt rond 20.30 uur bereikt. Om 22.00 uur start het opstoken, zodat de nachttemperatuur van 17,5 of 18 graden is bereikt als de lampen aangaan. Van 6.00 tot 9.00 uur is de kastemperatuur 17 graden, om het rekken van de plant te beperken. Tussen 9.00 en 13.00 uur stijgt de temperatuur naar 22,5 graden stookwaarde, plus 0,5 graden lucht en 0,5 graden lichtverhoging.
Trossteel schrappen nodig?
Bij het planten is bij de helft van de planten meteen de eerste kopdief aangehouden, waardoor er nu 2,85 stengels per vierkante meter staan. De andere planten worden in week 52 verdubbeld. De eerste vijf trossen op de enkele planten zijn op zes gesnoeid, maar vanaf week 49 worden alle trossen op vijf gesnoeid.
Net als vorige jaren worden de trossen weer geschrapt. “Maar een aantal tralies doen we niet. Vorig jaar hebben we dat in een enkel paadje uitgeprobeerd. Je zag geen verschil in productie. Als het gewas eenmaal generatief is en de trossen buigen, dan knikken ze niet. Maar ik vond het een te groot risico om helemaal niet meer te schrappen.”
Auteur: Gerard Boonekamp