‘Gewas heeft alle energie nodig om tomaten rijp te laten worden’

“Doordat het niet echt voorjaar is, doen we rustig aan en telen luchtig. De tomaten zijn met een vruchtgewicht van 13 tot 13,5 gram wel grover”, zegt Ferry Adegeest van TVA Growers in Berkel en Rodenrijs.

“Doordat we de zon missen, telen we niet met hoge temperaturen. Op een zonnige dag loopt de temperatuur in de kas makkelijk op naar 26 tot 28 graden Celsius. In de avond potten we dat dan op door de luchtramen nagenoeg te sluiten en het vochtgehalte naar 80 tot 85% te krijgen. Vroeger dan normaal, 20.00 uur in plaats van 22.00 uur, gaan we naar de voornacht van 14 graden. Door de lage buitentemperatuur voor deze tijd bereiken we dat niveau automatisch. Normaal was dat een hele uitdaging, omdat het met hogere buitentemperaturen en sluiten van de luchtramen in de kas veel te warm werd en het vochtgehalte bij 75% bleef hangen.”

Geen kracht in gewas

De minimumbuis staat ’s morgens ingesteld op 32 graden Celsius en overdag op 30 graden. Op basis van lichtinstraling wordt de temperatuur van de minimumbuis verlaagd. “Het voordeel van de koudere buitenomstandigheden is dat we niet te generatief worden. We missen wel de kracht in het gewas. De kop van de plant is dun zat. We zien dat het gewas alle energie nodig heeft om de tomaten rijp te laten worden. De plant hangt vol met vruchten. Als het mooi weer wordt, verwachten we een hoos aan snoeptomaatjes te oogsten. Tot nu toe hebben we maar één week met een grote oogst gehad.” Tot week 22 was de productie nog hoger dan vorig jaar. Begin juni liep de productie 0,3 kg/m² achter.

Als het mooi weer wordt, verwachten we een hoos aan snoeptomaatjes te oogsten

De kwaliteit van de snoeptomaatjes is goed. Het aantal pluksters is nu op juiste formatie. “De handel loopt moeizaam, omdat nog geen BBQ-weer is en de consumenten nog weinig salades eten.”

Werkzaamheden liggen op schema

De tomatenteler vervolgt: “Arbeidstechnisch loopt het als een zonnetje. Er is geen overdreven groei en productie. Hierdoor loopt het goed met de werkzaamheden.”

Door het koudere voorjaarsweer wordt er minder water gegeven. “Omdat we in perliet telen moeten we op hele mooie zonnige dagen ’s avonds drie druppelbeurten geven. We komen nu niet verder dan één druppelbeurt. De tweede druppelbeurt wordt namelijk pas op 2.500 Joules lichtinstraling gegeven, maar ook dat halen we vaak niet.”

Grote populatie Macrolophus

Op het gebied van ziekten en plagen is het rustig. De preventief ingezette Macrolophus tegen witte vlieg en spint worden wekelijks bijgevoerd met Artemia. “We hebben nog nooit zo’n grote populatie gehad. We hebben een keer spint in het gewas gehad, maar die is nu weg. Ook hebben we witte vlieg en mineervlieg gezien, maar deze zijn er ook niet meer. De roofwantsen doen goed hun werk.”

Op een van de locaties is met Luna gedruppeld in verband met mogelijke aantasting door Botrytis. Maar daar is niets van gebleken. In week 20 is preventief de tweede hoeveelheid stripjes van het verwarringsferomonen Isonet T opgehangen om Tuta absoluta te vangen. Tuta is nog niet gesignaleerd.