Bij Hoogweg Paprikakwekerijen worden diverse kleuren paprika’s geteeld.
Onder andere zijn in de laatste weken van november vier kassen in de Noordoostpolder geplant met het rode ras Alzamora. De bijbehorende zaaidata zijn 20, 22, 26 en 28 oktober. De planten staan in een driestengelsysteem, op hangende teeltgoten in een V-systeem. In drie kassen op 6,6 stengels/m2, in de nieuwste kas met diffuus glas op 6,85 stengels/m2.
De vroegste zaaidatums passen bij het ras. Intern teeltadviseur Hans van de Sande: “Alzamora moet eerst gewas hebben, voordat je het met paprika’s gaat belasten. Als we later zouden zaaien, dan wordt de plant veel vruchtbaarder, en hou je te weinig kracht over voor de zomerproductie.”
Moeizame zetting
In één kas is de eerste vrucht op het vierde oksel aangehouden, vanwege de daar iets meer generatieve stand van het gewas. In de andere drie kassen is die op het derde oksel toegelaten. “Het zetsel is er vanwege donkere weersomstandigheden wat rommelig en moeizaam aangekomen, met elke keer een paar vruchtjes per vierkante meter. Met meer zonlicht zou dat een stuk makkelijker gegaan zijn.”
Nog steeds is dat gebrek aan licht merkbaar. “Het is nu inmiddels wel beter aan het zetten, maar we moeten nog steeds voorzichtig aan doen. Met dat donkere weer probeert de plant het wel, maar de vruchtjes die eraan hangen zetten maar heel moeizaam door.”
Voornacht eruit als het zonnig wordt
Er wordt een voornacht van 16 graden Celsius aangehouden, met een nanacht van 18 graden. Bij zonop is de kastemperatuur weer naar 20,5 graden opgestookt. Zodra het buiten echt zonniger gaat worden, zal die voornacht eruit gehaald worden. “Zetten doet hij dan toch wel.”
Tweede schermdoek installeren
In drie van de kassen is gebruik gemaakt van een AC-folie onder het beweegbare doek. Dat folie is er in week 1 en 2 uit gehaald. Komend jaar zal dat niet meer nodig zijn, want er wordt een tweede schermdoek geïnstalleerd. In de vierde kas met rode paprika was al een dubbel scherm aanwezig.
Gewas actief houden
De schermdoeken gaan heel bijtijds open, of gaan soms helemaal niet dicht. “Want met dit zachte weer is het goed op blijven letten dat het gewas actief blijft. Maar de zon zal toch een keer gaan schijnen. Daar wil je op voorbereid zijn, en niet dat er dan een ‘lui’ gewas staat.”
Zorgen voor voldoende bedekking
Tijdens het gewaswerk blijft het toppen beperkt tot het hooguit weghalen van de uiterste puntjes. “Zodat hij alvast fabriek neer kan zetten. Het gewas moet zichzelf goed kunnen koelen. En zeker in de kas met diffuus glas heb je voldoende bedekking nodig, zeker bij de planten die extra licht opvangen via de luchtramen bij veel instraling verder in de tijd.”
Nog behoudend met watergift
Nu er wat vruchtjes aan zitten, wordt er bij de watergift voor gezorgd dat er net aan drain wordt gerealiseerd. Drainpercentages van 20%, zoals die met zonnig weer het geval kunnen zijn, zijn met de huidige sombere buitenomstandigheden nog niet aan de orde. De EC zit stabiel tussen de 3,5 en 3,8 mS/cm. Er wordt 2,8 EC meegegeven.
Spontane natuurlijke vijanden
Met plagen is het gelukkig nog heel rustig. “We hebben in een van de kassen één plekje met luis gehad.” Opvallend was dat daar spontaan ook direct biologie bij zat, ondanks dat die toen nog niet was uitgezet. In de eerste weken van het jaar zijn in een van de kassen ook een paar rupsjes gevonden, maar een behandeling met een bacteriepreparaat heeft dat onder controle gehouden.
Direct biologisch starten
In een paar kassen is de teelt direct biologisch gestart, waardoor zo nodig eerder natuurlijke vijanden uitgezet kunnen worden. Het teeltteam wil daar meer ervaring mee opbouwen, omdat het met steeds beperktere beschikbaarheid aan correctiemiddelen steeds moeilijker wordt om plagen niet uit de hand te laten lopen.
Auteur: Peter Visser